shots en perspectieven
1 / 18
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
ELS/WS
Overzicht van locatie
Personage tov omgeving:
Een extreme long shot (of extreme wide shot) zorgt ervoor dat uw onderwerp klein lijkt t.o.v. zijn locatie. U kunt ELS maken om uw onderwerp afstandelijk of onbekend te laten voelen. Het kan je onderwerp ook overweldigd laten voelen door zijn locatie.
Slide 4 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welk type shot was de vorige video
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
MS
Medium shots van acteurs zijn vanaf de taille tot en met het hoofd. Hierdoor is zowel het gezicht van een personage als hun lichaamstaal te zien.
Toont zowel omgeving als personage vanaf zijn middel
Daardoor focus je op geheel en niet alleen op personage.
Verbindt verschillende shots
Geschikt voor komische en liefdes scenes
Want met MS kan je goed beweging laten zien en tegelijkertijd gezichtsuitdrukking.
Geschikt voor komische en liefdes scenes
Want met MS kan je goed beweging laten zien en tegelijkertijd gezichtsuitdrukking.
Wat is dit voor een soort shot?
timer
0:05
A
kikkerperspectief
B
vogelperspectief
C
close up
D
point-of-view
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
CU
Een close-up shot toont ons een personage of object van dichtbij.
Toont gezichtsuitdrukking van de acteur
Hierdoor is de gezichtsuitdrukking van het personage zien en is te zien hoe het personage zich emotioneel voelt.
Legt focus op iets belangrijks
Focus op gezicht van personage benadrukt emotie.
Een close-up van een object laat het belang ervan zien
Zorgt voor emoties
Doordat focus wordt gelegd op emoties ervaar je deze emoties als kijker meer.
Bedenk zelf waarom ze voor een close-up gekozen?
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
ECU
Dit type shot wordt gebruikt om onderwerpen gedetailleerd in beeld te brengen en ergens specifiek de nadruk op te leggen. Misschien wel het meest bekende voorbeeld hiervan komt uit Sergio Leone's The Good, the Bad, and the Ugly.
noem het type shot
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Als je onderwerp zich op ooghoogte bevindt, staat het in een neutraal perspectief (niet superieur of inferieur). Dit bootst na hoe we mensen in het echte leven zien. En door op ooghoogte te zijn, verbinden we ons met het personage en zijn ooglijn/zichtlijn.
Noem het shot/perspectief
A
neutraal perspectief
B
vogelperspectief
C
totaal shot
D
medium shot
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Bij een opname vanuit een hoge hoek wijst de camera naar beneden op je onderwerp. Het creëert meestal een gevoel van minderwaardigheid, of "naar beneden kijken" op je onderwerp.
Verschillende functies:
Narratief: Van bonevaf kan je meer zien van de filmwereld en wat er gaande is en schept daarmee context. Het kan landschappen laten zien en grote groepen mensen.
Hoogte benadrukken: Geeft meestal geen nieuwe narratieve informatie, behalve over de hoogte en is er vooral voor de emotionele impact (spanning).
Personage gedreven: de high angle maakt het personage kleiner, nietiger, kwetsbaar.
In Hitchcock films zegt een high angle shot altijd dat er gevaar dreigt.
noem het type shot
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Een superieur karakter met de macht wordt vaak van onderaf ingekaderd. Dit geeft een minderwaardig gevoel alsof je tegen hen opkijken en het personage in beeld een hogere status.
noem het type shot
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
