HW voor vandaag: bespreken
Lees '7.2. Boer en koopman' oriënterend en beantwoord de volgende vragen:Waarover gaat de tekst? Geef zo kort mogelijk antwoord op de vraag --> dit is het onderwerp.
Noteer het onderwerp van de tekst in één woord of een paar woorden.
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Hoeveel bronnen heeft de tekst? Waar zie je dat aan?
Arceer alle woorden die je moet kennen in de tekst. Waar zie je aan dat je deze moet kennen?
Schrijf deze onder elkaar in je schrift en schrijf de betekenis erachter, de betekenissen haal je uit de tekst.
Arceer of onderstreep de kernzin van alinea 3.
Aan welk(e) signaalwoord(en) in alinea 3 kan je zien dat er voor het Arabisch halsjuk een ander werktuig gebruikt werd?
----
Arceer of onderstreep de kernzin van alinea 2.
Welk(e) signaalwoord(en) in alinea 2 geven een tijdverband aan?