2BK 2KT basisstof 5.4 en 5.5 Geschiedenis van het leven op aarde

Geschiedenis van het leven op aarde
2BK en 2KT
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis van het leven op aarde
2BK en 2KT

Slide 1 - Tekstslide

BK

Bs. 1 Genotype en fenotype
Bs.2 Chromosomen
Bs. 3 Variatie in genotypen
Bs. 5 Geschiedenis van het leven op aarde
Toets
KT

Bs. 1 Genotype en fenotype
Bs. 2 Chromosomen en genen
Bs. 3 Variatie in genotypen
Bs. 4  Geschiedenis van het leven op aarde
Toets

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

Herhaling basisstof 1 t/m 3
Uitleg basisstof 5
Opdrachten maken van 5.5
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling bas. 5.1 t/m 5.3

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je tijdens de afgelopen lessen allemaal geleerd?

Slide 5 - Woordweb

Wat is het genotype?
A
Het uiterlijk van een organisme
B
De erfelijke informatie van een organisme

Slide 6 - Quizvraag

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

fenotype
Genotype

Slide 8 - Sleepvraag

Hebben al jouw cellen hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 9 - Quizvraag

Fenotype
Genotype

Slide 10 - Sleepvraag

23 chromosomen
2 3 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen

Slide 11 - Sleepvraag

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen

Slide 12 - Quizvraag

Vader met 46 chromosomen
Moeder met 46 chromosomen
Hoe krijg jij 46 chromosomen?
A
23 van vader en 23 van moeder
B
Elke keer anders, als het er maar 46 zijn
C
46 van moeder
D
46 van vader

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een paar chromosomen?
A
4
B
6
C
2
D
8

Slide 14 - Quizvraag

Het aantal chromosomen in een lichaamscel is altijd
A
even
B
oneven

Slide 15 - Quizvraag

Een cel van een bepaald organisme met in de celkern 17 chromosomen is een
A
geslachtscel
B
lichaamscel

Slide 16 - Quizvraag

Versleep de gele balken naar de bijbehorende groene balken.
bij geslachtelijke voortplanting ontstaan individuen die allemaal van elkaar verschillen
een plotselinge verandering in het dna waardoor een nieuw genotype kan ontstaan
mutatie
variatie in genotypen

Slide 17 - Sleepvraag

Als een nieuw organisme ontstaat doordat twee

geslachtscellen versmelten, noemen we dat ___________.

Hierbij ontstaat in nakomelingen veel variatie in 

_____________. 


Door deze variatie verschillen ook de __________________.
geslachtelijke voortplanting
Genotypen
Fenotypen

Slide 18 - Sleepvraag

Een ander woord voor kankergezwel is:

Voorbeeld van chemische schadelijke stoffen zijn sigarettenrook en asbest. Dit is een voorbeeld van:

Mensen die ziek worden door een kankergezwel
hebben:

Door mutaties en geslachtelijke voortplanting ontstaat 
in genotypen.

Tumor
Mutagene invloeden
Kanker
Variatie

Slide 19 - Sleepvraag

Instructie
basisstof 5.4/5.5
Geschiedenis van het leven op aarde

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt een geologische tijdlijn aflezen. (BK)
  • Je kunt beschrijven hoe fossielen zijn ontstaan. (KT)
  • Je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben. (BK en KT)

Slide 21 - Tekstslide

Ontstaan aarde




4600 miljoen jaar geleden

Slide 22 - Tekstslide

7

Slide 23 - Video

Fossielen
  • versteende overblijfselen van   organismen
  • afdrukken van organismen
  • bedekt met sediment
  • sediment = zand/klei
  • zuurstof weg
  • geen schimmels en bacteriën
  • miljoenen jaren duren - steen

Slide 24 - Tekstslide

00:34
Hoeveel jaar geleden is de aarde ontstaan?
A
4600
B
4.600.000
C
460.000
D
4.600.000.000

Slide 25 - Quizvraag

00:34
En hoeveel jaar duurde het voordat de aarde was afgekoeld?
A
1000
B
10.000
C
1.000.000.000
D
1.000.000

Slide 26 - Quizvraag

01:03
Waar ontstaat het eerste leven?
A
In de zee
B
In het heelal
C
In het bos
D
In de zon

Slide 27 - Quizvraag

01:03
Hoe zag het eerste leven eruit?
A
Het waren planten
B
Het waren vissen die op haaien leken
C
Het waren eencellige oerbacteriën
D
Het waren haaien

Slide 28 - Quizvraag

01:33
De oerbacteriën ontstaan
A
1000000 jaar geleden
B
3800 miljoen jaar geleden
C
3,8 miljoen jaar geleden
D
38000 miljoen jaar geleden

Slide 29 - Quizvraag

01:54
Wanneer ontwikkelden zich de eerste dieren
A
Ongeveer 70 jaar geleden
B
Ongeveer 7 miljoen jaar geleden
C
Ongeveer 70.000 jaar geleden
D
Ongeveer 700 miljoen jaar geleden

Slide 30 - Quizvraag

02:48
Uit welke van de eerste diergroepen kunnen we nu nog steeds dieren vinden?
A
Degenkrabben
B
Slangen
C
Kreeften
D
Spinnen

Slide 31 - Quizvraag






temperatuur te hoog--geen leven!

Slide 32 - Tekstslide

3800 miljoen jaar geleden
eerste leven in zee
oerbacterie (eencellig)
lucht had nog geen zuurstof!

Slide 33 - Tekstslide

3300 miljoen jaar geleden
eencelligen die zuurstof konden produceren (CO2 wordt zuurstof)
zuurstof ook in de atmosfeer

Slide 34 - Tekstslide

700 miljoen jaar geleden 
Ontstaan van  meercellige organismen, zoals
dieren die in de zee leven
sponzen, kwallen, inktvissen,trilobieten

Slide 35 - Tekstslide

450 miljoen jaar geleden
eerste landdieren
geleedpotigen, duizendpoten

Slide 36 - Tekstslide

65 miljoen jaar geleden
Sauriërs sterven uit

oorzaak-> rotsblok sloeg in->
explosie -> bosbranden ->
zwarte stofwolken -> donker
en koud (klimaatverandering)

3 miljoen jaar geleden eerste mensachtigen

Slide 37 - Tekstslide

Geologische tijdschaal 
(mjg = miljoen jaar geleden)
Dit hoef je niet te leren maar wel :

- snappen

- af kunnen lezen

- conclusies kunnen trekken

- 3 tijdperken
- 12 periodes 




Slide 38 - Tekstslide

Tijdbalk
De tijdbalk verdeelt de geschiedenis van de aarde in delen. Bekijk deze zelf en klik op de rode stipjes.

Ongeveer 4600 miljoen jaar geleden (4,6 miljard) ontstond de aarde.
Er was geen leven mogelijk. Hiervoor was het veel te heet (waarschijnlijk 400 graden Celsius).
1
Eerste bacteriën
3
Eerste eenvoudige vormen van leven
2
Zuurstof in de atmosfeer
4
Eerste eencellige planten

5
Eerste meercellige organismen

6
Eerste dieren

7
Eerste landplanten

8
Eerste landdieren

9
Eerste mensen (mensachtigen)


10

Slide 39 - Tekstslide

Verwantschap
  • Als je een gemeenschappelijke voorouder hebt dan spreken we van verwantschap.
  • Deze verwantschap tussen soorten laat je zien in een verwantschapsschema.
  • Hoe dichter de organismen bij elkaar staan hoe meer 
  • verwant ze aan elkaar zijn. 

De organismen hebben dezelfde soort eigenschappen
  • Als je een gemeenschappelijke voorouder hebt dan spreken we van verwantschap.
  • Deze verwantschap tussen soorten laat je zien in een verwantschapsschema.
  • Hoe dichter de organismen bij elkaar staan hoe meer verwant ze aan elkaar zijn.


De organismen hebben dezelfde soort eigenschappen.
Verwantschap

Slide 40 - Tekstslide

Verwantschap
Hoe korter geleden er een gemeenschappelijke voorouder was, hoe meer overeenkomsten en verwantschap

Oftewel:
Meer verwantschap: meer overeenkomsten in het DNA
Minder verwantschap: minder overeenkomsten in het DNA

Slide 41 - Tekstslide

Stamboom slangen.
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 42 - Quizvraag

Wat zijn fossielen?
A
versteende overblijfselen van organismen
B
stukken steen
C
skeletten van dode dieren
D
schelpen

Slide 43 - Quizvraag

Kijk goed naar de plaatjes. Welk dier hoort bij welk fossiel? Sleep het juiste dier naar de bijpassende fossiel! 

Slide 44 - Sleepvraag

In de plaatjes hieronder zie je hoe een dinosauriër een fossiel wordt. 
Zet de plaatjes in de juiste volgorde.

Slide 45 - Sleepvraag

Ongeveer 65 miljoen jaar geleden vond een ingrijpende gebeurtenis plaats in de geschiedenis van de aarde.

Door deze ingrijpende gebeurtenis stierven de dinosauriërs uit.
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quizvraag

In de geschiedenis van de aarde ontstonden eerst meercellige organismen en daarna eencellige organismen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Plaats het onstaan van de verschillende / gebeurtensissen levensvormen in de juist volgorde. Van vroeger tot heden.
1: ......................

2: .....................

3: .....................

4: ....................

5: ....................

6: ...................


Ontstaan van de aarde
Zoogdieren en vogels
Mensachtigen
Landdieren
Eencelligen
Meercelligen

Slide 48 - Sleepvraag

Aan de slag!
B: Maak online de opdrachten van 5.4 
K: Maak online de opdrachten van 5.5  - Opdracht 3 moet je in je boek maken.

Stil zelfstandig werken / zachtjes overleggen met buurman/vrouw

Klaar? 
- Maak de Test Jezelf en zorg voor groene vinkjes.
- Maak de oefentoetsen.



Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Volgende week de toets

Slide 51 - Tekstslide