Herhaling unit 5 - 1M

Herhaling unit 5 - 1M
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling unit 5 - 1M

Slide 1 - Tekstslide

Present Simple
(unit 4)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je de Present Simple?

Slide 3 - Open vraag

My mum _______ the best apple pie.
A
maked
B
make
C
makes
D
make's

Slide 4 - Quizvraag

My friends and I always _____ (go) to the Lidl after school.

Slide 5 - Open vraag

My dad always ______ (help) me with my homework.

Slide 6 - Open vraag

Make this sentence into a question (?):
My friends go to Lidl.

Slide 7 - Open vraag

Make this sentence into a negative (-):
My dad helps me with my homework.

Slide 8 - Open vraag

Past Simple
(unit 5)

To be / other verbs

Slide 9 - Tekstslide

Was / were zijn de verleden tijd vormen van welk Engelse werkwoord?

Slide 10 - Open vraag

Write a short sentence using was/were:

Slide 11 - Woordweb

My dad and I ______ at the cinema yesterday.
A
was
B
were

Slide 12 - Quizvraag

My doctor ____ very happy with my eating habits... I eat McDonald's every week!
A
was
B
were
C
wasn't
D
weren't

Slide 13 - Quizvraag

Which sentence is correct + explain!!!
1. My dad were very happy.
2. Jason was hungry all afternoon.

Slide 14 - Open vraag

Hoe maak je de Past Simple?

Slide 15 - Open vraag

Last Sunday we _______ (dance) all night.
A
danceed
B
dancd
C
dance'd
D
danced

Slide 16 - Quizvraag

My grandma _____ (call) me last night.

Slide 17 - Open vraag

My teacher ______ (study) English for 8 years.

Slide 18 - Open vraag

Welk woord komt ALTIJD bij een
negatieve (-) zin in de Past Simple?

Slide 19 - Woordweb

Make this sentence into a negative (-):
My friends screamed at me.

Slide 20 - Open vraag

Make this sentence into a question (?):
My friends screamed at me.

Slide 21 - Open vraag

's / s'
Possessive 's

Slide 22 - Tekstslide

Wat geeft de 'possessive 's' aan?

Slide 23 - Open vraag

Frank___ mum
A
Franks
B
Frank's
C
Franks'
D
Franks's

Slide 24 - Quizvraag

Jessie___ baby
A
Jessies
B
Jessie's
C
Jessies'
D
Jessie her

Slide 25 - Quizvraag

My parents___ car
A
My parents's
B
My parents their
C
My parents'
D
My parent's

Slide 26 - Quizvraag

On the test:
(Tom / car) ___________ is very new.

Slide 27 - Open vraag

On the test:
(Katie / baby) ___________ is very young.

Slide 28 - Open vraag

On the test:
(Tess / grade) ___________ is very high.

Slide 29 - Open vraag

On the test:
(My parents / house) _____ is very big.

Slide 30 - Open vraag

Plaats van het bijwoord

Slide 31 - Tekstslide

Welke bijwoorden ken je?

Slide 32 - Woordweb

Bijwoorden staan voor/na het werkwoord:
A
voor
B
na

Slide 33 - Quizvraag

Na welk werkwoord komt het bijwoord NA het werkwoord?

Slide 34 - Open vraag

Op de toets: bijwoord + Present Simple
They / not / go / always / to the gym

Slide 35 - Open vraag

Op de toets: bijwoord + Present Simple
I / not be / very happy / always

Slide 36 - Open vraag

Op de toets: bijwoord + Present Simple
My sister / not / often / watch TV.

Slide 37 - Open vraag

This / That / These / Those

Slide 38 - Tekstslide

_____ is my living room.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 39 - Quizvraag

Is _____ your book over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 40 - Quizvraag

Look at _____ dark clouds in the sky!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 41 - Quizvraag

Yum! ______ cherries are very sweet.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 42 - Quizvraag

How do you feel about the test?
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll