4.1 - Wapengeweld wereldwijd

Hoofdstuk 4: Conflicten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Conflicten

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Uitleg 4.1
Introductie van de PO
Opdrachten 4.1

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een conflict?

Slide 3 - Woordweb

Een conflict is een verschil van mening waarbij twee of meerdere personen-partijen een doelstelling nastreven of een waarde aanhangen die onverenigbaar blijken te zijn en daardoor in botsing komen.

Slide 4 - Tekstslide

4.1 Wapengeweld wereldwijd

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan drie regio’s benoemen waar gewapende conflicten voorkomen
  • Je kan drie typen conflicten onderscheiden
  • Je kan omschrijven wat een staat is en welk belangrijk kenmerk daarbij hoort
  • Je weet wat seperatisme betekent

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Bron 5

Slide 8 - Tekstslide

Soorten conflicten
We spreken van een gewapend conflict als er in een jaar tijd minimaal 25 doden vallen.

3 soorten conflicten:
1. Internationale conflicten
2. Binnenlandse conflicten (burgeroorlog)
3. geïnternationaliseerd conflict

Slide 9 - Tekstslide

Internationale conflicten

  • Speelt zich af in meerdere landen. (landen vechten tegen elkaar)
  • Bijv. De Tweede Wereldoorlog

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Binnenlands conflict
  • Ook wel burgeroorlog genoemd
  • Gevechten tussen verschillende groepen of volk tegen de regering
  • Bijv. Myanmar of Afghanistan

Slide 12 - Tekstslide

Geïnternationaliseerde conflicten
  • Als andere landen zich met de oorlog gaan bemoeien, maar de oorlog wel binnen 1 land blijft
  • Bijv. Syrië, Vietnam of Korea oorlog

Slide 13 - Tekstslide

Conflicten zijn moeilijk te begrijpen
Belangrijke begrippen
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens
Volk = Groep mensen die taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis delen.
Etniciteit = Identiteit van een volk

Staten hebben recht op: soevereiniteit/zelfbeschikking (regels)

Slide 14 - Tekstslide

Staat VS. Volk
  • 5000 volken in 200 staten
  • Grenzen lopen soms dwars door volken heen

Streven naar onafhankelijkheid
Separatisme:  de wens van een volk
om zich van een staat of te scheiden

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Volk
Wat maakt dat mensen voelen dat ze bij elkaar horen?
  • taal
  • geloof
  • gemeenschappelijke geschiedenis


Slide 17 - Tekstslide

Wat is een staat?
  • een gebied met een grens eromheen
  • binnen de staat zijn regels en wetten
  • Andere landen mogen zien niet bemoeien met een aangelegenheid binnen een staat.
  • Een staat heeft recht op soevereiniteit of zelfbeschikking


Slide 18 - Tekstslide

Terrorisme
Wat is terrorisme?
Geweld gebruiken om een politiek doel te bereiken

Slide 19 - Tekstslide

GB 87A

Slide 20 - Tekstslide

Er zijn meer volkeren dan staten, deze volkeren hebben eigen belangen

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht: Staat en volk
1. Welke partijen / volkeren bestaan in het gebied
2. Betreft het situatie 1, 2 of 3? Benoem de landen
3. Is er sprake van regionalisme / nationalisme / separatisme?
  • Friezen
  • Israël
  • Koerden
  • Sri Lanka (India)




Slide 22 - Tekstslide

Situatie 1
  • Eén volk in één staat
  • Bijv. IJsland
  • Geen conflicten
  • Weinig etnische verschillen

Slide 23 - Tekstslide

Situatie 2
  • Eén staat, 2 (of meer) volkeren
  • Bijv. België, Spanje, Nederland
  • Soms willen gebieden onafhankelijk zijn

Slide 24 - Tekstslide

Situatie 3
  • Het volk is verspreid over meerdere staten
  • Bijv. Koerden
  • Zij leven in verschillende landen en willen een eigen staat

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide



En maak daarna de opdrachten van paragraaf 4.1

1, 3, 4 en 6

Slide 28 - Tekstslide