In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
§5.1 Koop jij op de markt?
Slide 1 - Tekstslide
Heb jij weleens iets gekocht omdat het volgens de reclame een goed product was? Waarom wel of niet?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Leerdoelen.
Je weet wat marketing is.
Je kent het verschil tussen een abstracte en een concrete markt.
Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.
Je hebt paragraaf 5.1 goed begrepen.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel 1:
Je weet wat marketing is
Slide 4 - Tekstslide
Marketing
Alles wat bedrijven doen om hun product of dienst te verkopen, noem je marketing.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Leerdoel 2
Je kent het verschil tussen een abstracte en een concrete markt.
Slide 10 - Tekstslide
Concrete markt
Met een concrete markt bedoelen we een aanwijsbare plaats waar kopers en verkopers elkaar ontmoeten.
Op de weekmarkt is groente, fruit en kaas en kleding te koop.
en speelgoed.
De weekmarkt is een voorbeeld van een concrete markt
Slide 11 - Tekstslide
Concrete markt op het internet
Ook de plekken waar kopers en verkopers elkaar ontmoeten op het internet zijn concrete markten,
Zoals: marktplaats.nl of airbnb.com.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Abstracte markt
Een abstracte markt is een markt waar geen concrete, zichtbare, ontmoetingsplaats is waar iedereen elkaar ontmoet, zoals de huizenmarkt of de arbeidsmarkt.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoel 3
Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
Slide 17 - Tekstslide
Wil je iets verkopen of kopen?
Wie is wie?
Slide 18 - Tekstslide
Aanbod
Op elke markt heb je aan de ene kant te maken met aanbod van producten.
Aanbod is alles wat producenten te koop aanbieden. Fabrikanten, sportschoolhouders, winkeliers, kappers, internetwinkels, allemaal bieden ze hun goederen of diensten aan.
Slide 19 - Tekstslide
Vraag
Aan de andere kant is er vraag naar producten.
Vraag op de markt gaat over alles wat consumenten willen kopen.
Producenten stemmen hun aanbod zo goed mogelijk af op de vraag.
Slide 20 - Tekstslide
Gaan de volgende beschrijvingen over vraag of aanbod? De supermarkt heeft chocolade in de aanbieding
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 21 - Quizvraag
Gaan de volgende beschrijvingen over vraag of aanbod? Je bent op zoek naar een tweedehands fiets
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 22 - Quizvraag
Gaan de volgende beschrijvingen over vraag of aanbod? Nike presenteert een nieuwe soort sportschoen
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 23 - Quizvraag
Gaan de volgende beschrijvingen over vraag of aanbod? Een kennis wil zijn huis verkopen
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 24 - Quizvraag
Gaan de volgende beschrijvingen over vraag of aanbod? Je wilt graag aan het werk in een restaurant.
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 25 - Quizvraag
Zelfstandig aan de slag!
Maak de opdrachten van hoofdstuk 5.1
1 t/m 11
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoelen.
Je weet wat marketing is.
Je kent het verschil tussen een abstracte en een concrete markt.
Je weet wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt.
Je weet wat vraag op de markt is en wie voor de vraag zorgt.