MYP5 woensdag 9 oktober

MYP5 woensdag 9 oktober
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

MYP5 woensdag 9 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Geen echte stem meer in reclame

Ken je de reclames van supermarkt Aldi? Daarin hoorde je altijd de stem van acteur Diederik Ebbinge. Maar nu niet meer. In de filmpjes hoor je nu een andere stem. Dat is geen echte stem. Maar het is een stem die gemaakt is door AI. 

Stemacteurs
In reclames hoor je altijd een stem. Die is van een stemacteur. Stemacteurs spreken dus reclames in. Of ze lenen hun stem aan een mens of dier in een tekenfilm. Ook bij tv-programma’s hoor je stemacteurs. Je ziet ze niet in beeld. 

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud
Dictee
Quiz
Nieuwsbegrip, maak je eigen formative


Slide 4 - Tekstslide

wat las je deze week in het Nederlands?

Slide 5 - Woordweb

meervoud van oog
A
ogen
B
oggen
C
oogen
D
oge

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent diversiteit?
A
Dat alle mensen goed naar elkaar luisteren
B
Dat alle mensen hetzelfde zijn
C
Dat alle mensen anders en verschillend zijn
D
Dat alle mensen zelf beslissen

Slide 7 - Quizvraag

'Ik ben ziek maar ik voel me goed.'

Wat is het voegwoord?
A
ik
B
maar
C
ben
D
niet

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud?
A
granen
B
grannen
C
graanen
D
graannen

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud: wat is het meervoud van auto?
A
autoos
B
autos
C
autoo's
D
auto's

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een wederkerend voornaamwoord in deze zin:
Ik schaam me
A
Ik
B
schaam
C
me
D
X

Slide 12 - Quizvraag

Kies het bezittelijk voornaamwoord:
A
zijn
B
fiets

Slide 13 - Quizvraag

Welke zin met inversie is goed?
A
Sinds gisteren woont Emma in het centrum.
B
In het centrum Emma woont sinds gisteren.
C
Emma in het centrum woont sinds gisteren.
D
Gisteren Emma woont in het centrum sinds.

Slide 14 - Quizvraag

In welke zin zie je inversie?
A
De bladeren vallen van de boom.
B
De fiets staat in de schuur.
C
..., terwijl ik muziek luister.
D
Met een lepel kan ik soep eten.

Slide 15 - Quizvraag

In welke zin is de inversie goed?
A
Gisteren ik moest naar de dokter.
B
Ik moest gisteren naar de dokter.
C
Gisteren moest ik naar de dokter.
D
Moest ik gisteren naar de dokter?

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het doel van begrijpend lezen?
A
Een tekst begrijpen
B
Belangrijke informatie uit een tekst halen
C
Betekenis van onbekende woorden achterhalen
D
Een tekst voor plezier kunnen lezen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link

Maak je eigen formative
Bedenk mogelijke vragen bij de tekst.

Denk aan 3 strands. 

Slide 19 - Tekstslide

vragen

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Link

Scheidbare werkwoorden

Slide 22 - Tekstslide

persoonlijke voornaamwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Influencers
Moeilijke woorden
Maak van elke alinea een samenvatting.
Vat met tafelgroepje de hele tekst samen.

Slide 27 - Tekstslide

meervoud - enkelvoud 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Waar gaat het item over?

Slide 30 - Woordweb

Interview klasgenoot over identiteit en cultuur

Slide 31 - Tekstslide

wat weet je nu over je klasgenoot?

Slide 32 - Woordweb

Interview
Interview elkaar over cultuur en identiteit
Ieder 4 minuten

Slide 33 - Tekstslide

Verslag
Schrijf een verslag over je interview van minstens 75 woorden

Slide 34 - Tekstslide

Vertaal dit in een sociale media-post

Slide 35 - Tekstslide

Voorbeelden van blogs/social media accounts

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Maak, met een klasgenoot, een social media-post 
Maak allebei een post die iets over culturele identiteit zegt. 

Slide 38 - Tekstslide

Maak een t-shirt opschrift

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Anekdote
Communiceer over iets dat in je vakantie is gebeurd.
Klaar? Managebac.

Slide 41 - Tekstslide

opstel
strip
lied
presentatie
...

Slide 42 - Tekstslide

Interview je klasgenoot over zijn/haar identiteit
Na het interview schrijf je een stuk van minstens 100 woorden over je klasgenoot.

Slide 43 - Tekstslide

Schrijf over je klasgenoot
Schrijf honderd woorden over de interesses van je klasgenoot. Wat telt voor hem/haar?

Slide 44 - Tekstslide

Welke vragen kun je stellen?

Slide 45 - Woordweb

Slide 46 - Link

Slide 47 - Link

Slide 48 - Link

Slide 49 - Link