In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Waarom heb je zuurstof nodig?
Slide 1 - Open vraag
Verbranding in cellen
De reactie ziet er als volgt uit:
(tegenovergestelde van fotosynthese: water en koolstofdioxide werden door zonlicht (energie) omgezet tot glucose en zuurstof)
Slide 2 - Tekstslide
Hoe komt zuurstof bij je cellen?
Slide 3 - Open vraag
Welk gas ontstaat bij de verbranding?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Glucose
D
Water
Slide 4 - Quizvraag
Vandaag
-Je legt uit wat de relatie van stofwisselingsprocessen is met de gassen die een organisme in- en uitgaan.
-Je benoemt delen van het ademhalingsstelsel en je kunt die delen in afbeeldingen aanwijzen.
-Je benoemt functies en werking van het ademhalingsstelsel en de delen ervan.
Slide 5 - Tekstslide
ademhaling
Slide 6 - Tekstslide
Ademhalingsstelsel
Slide 7 - Tekstslide
Gaswisseling
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de functie van ademhalen?
Slide 9 - Open vraag
Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje
Slide 10 - Sleepvraag
Neusholte en mondholte
Slide 11 - Tekstslide
Wat is geen voordeel van neusademhaling?
A
de lucht wordt warm en vochtig
B
de lucht wordt koel en vochtig
C
de lucht wordt gezuiverd door haren en slijm
D
de geur van de lucht wordt geroken.
Slide 12 - Quizvraag
Je ziet de resultaten van een onderzoek naar mondademhaling bij kinderen. Volgens het onderzoek kan bronchitis (ontsteking aan de bronchiën) het gevolg zijn van regelmatig door de mond ademen.
opdr. 5
Blz 94
Slide 13 - Tekstslide
Rond welke leeftijd is de kans het grootst dat slapende kinderen met de mond ademhalen?
Slide 14 - Open vraag
Waardoor is de kans op bronchitis bij mondademhaling groter dan bij neusademhaling?
Slide 15 - Open vraag
Kijk goed naar de stand van huig en strotklepje
Ademhaling
Huig is open, lucht kan keel in
Strotklep is open, lucht kan luchtpijp in
Slikken
Huig is dicht, eten gaat niet in de neusholte
Strotklep is dicht, eten gaat slokdarm in
Verslikken
Huig of strotklep sluit niet goed, eten gaat luchtpijp in
Slide 16 - Tekstslide
Strotklepje
Slokdarm
Luchtpijp
Slikken: huig en strotklep
Slide 17 - Tekstslide
Wat sluit het strotklepje af?
A
Neusholte
B
Slokdarm
C
Luchtpijp
D
Huig
Slide 18 - Quizvraag
Wat sluit de huig af?
A
de neusholte
B
de luchtpijp
Slide 19 - Quizvraag
Luchtpijp
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.
Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.
De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.
Slide 20 - Tekstslide
Waar is de wand verstevigd met hoefijzervormig kraakbeen.
A
in de kleine luchtwegen
B
in de longblaasjes
C
in de gehele luchtpijp en de bronchien
Slide 21 - Quizvraag
de luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Gaswisseling
Slide 24 - Tekstslide
Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt is...
A
Zuurstofarm en koolstofdioxide rijk
B
Zuurstofrijk en koolstofdioxide arm
C
Zuurstofarm en koolstofdioxide arm
D
Zuurstofrijk en koolstofdioxide rijk
Slide 25 - Quizvraag
Wat wordt er uitgewisseld in de longblaasjes
A
Zuurstof in, Koolstofdioxide uit
B
Koolstofdioxide in, Zuurstof uit
C
Stikstof in, Koolstofdioxide uit
D
Zuurstof in , Stikstof uit
Slide 26 - Quizvraag
Het opnemen van zuurstof en
het afgeven van koolstofdioxide
Het verversen van de lucht in de longen
Gaswisseling
Ademhaling
Slide 27 - Sleepvraag
zuurstofarm bloedt
zuurstofrijk bloed
zuurstof gaat bloed in
koolstofdioxide gaat bloed uit
ingeademde lucht met veel zuurstof
Slide 28 - Sleepvraag
0
Slide 29 - Video
Samenstelling van de lucht
Inademing --> zuurstof voor verbranding
Uitademing --> CO2 + waterdamp
Slide 30 - Tekstslide
Welke lucht bevat meer zuurstof?
A
Ingeademde lucht
B
Uitgeademde lucht
Slide 31 - Quizvraag
Welke lucht is het warmst?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht
Slide 32 - Quizvraag
Waarin zit meer koolstofdioxide?
A
Ingeademde lucht
B
Uitgeademde lucht
Slide 33 - Quizvraag
In deze lucht zit de meeste waterdamp.
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht
Slide 34 - Quizvraag
vmbo-BB 2015 d
MRSA-bacteriën kunnen een longontsteking veroorzaken. In de longblaasjes zorgen de bacteriën voor de ontsteking. Hierdoor kan er geen gaswisseling plaatsvinden.
Welke letter geeft een gebied aan waar MRSA-bacteriën een ontsteking veroorzaken?
Slide 35 - Tekstslide
vmbo-BB 2017-2d
Je ziet een longblaasje met een bloedvat. Het bloed stroomt van P naar S.
In de afbeelding zie je vier letters. Bij elke letter hoort een omschrijving.