realistische en niet-realistische fictie

Welkom bij Nederlands
Ga lekker stil lezen in je eigen leesboek.
timer
15:00
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Ga lekker stil lezen in je eigen leesboek.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van les:
  • Weet je waar de toets in de toetsweek overgaat.
  • Kun je het verschil uitleggen tussen:
  • fictie en non-fictie
  • realistische fictie en niet realistische fictie
  • hoofdpersonen en bijfiguren
  • Kun je uitleggen hoe je personages beschrijft.

Slide 2 - Tekstslide

De toets in de toetsweek
  • Voorbereiding:
  • Boek nogmaals lezen (is ook verkrijgbaar via de lokale bibliotheek).
  • Theorie fictie goed doornemen en toepassen op het boek.
  • Goed meedoen in de les.
  • Weging: 1
  • Vwo: - ZELFSTANDIG -Beeldspraak (hoofdstuk 11)
    - zie studiewijzer -

Slide 3 - Tekstslide

Bezoek Maren Stoffels
13 juni, tijdens de les.

Slide 4 - Tekstslide

Vragen aan Maren Stoffels

Slide 5 - Tekstslide

Fictie / non-fictie

Slide 6 - Tekstslide

VWO-leerlingen:
  • Yassin El Bouch
  • Eline Vos
  • Cemre Uncu
  • Isa Ouwerkerk

Zelfstandig doorwerken: H11 

Slide 7 - Tekstslide

VWO-leerlingen
  • H11.2 en 11.3
  • Lees het verhaal Honderd uur nacht (blz. 144 e.v.)
  • Lees de theorie op blz. 25 en op blz. 150
  • Maak opdracht 6, 7, 8 en 9.
  • Klaar?
    Vraag aan Adriëtte de antwoorden en controleer jouw antwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Inloggen in LessonUp

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen realistische en niet-realistische fictie?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Houd je het meest van realistische fictie of van niet-realistische fictie?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Hoofdpersoon
Je kan één of meer hoofdpersonen hebben.

1. Een hoofdpersoon wordt uitgebreid beschreven
    - uiterlijk
    - gevoelens
    - gedachtes
    - wat hij/zij doet 

Slide 24 - Tekstslide

Hoofdpersoon
2. Je ziet de gebeurtenissen door zijn of haar ogen

3. Een hoofdpersoon heeft een probleem of opdracht
     - het probleem wordt opgelost
     - de opdracht wordt volbracht 

4. Het personages ontwikkelt zich in het verhaal

Slide 25 - Tekstslide

Bijfiguur 
1. Ze zijn minder belangrijk 

2. Ze worden minder uitgebreid beschreven

3. Het lijkt vaak maar één eigenschap te hebben

4. Ze hebben vaak een rol:
    - helper
    - tegenstander 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe kun je personages beschrijven ?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Personages beschrijven 

1. Uiterlijke kenmerken

2. Belangrijke kenmerken:
     - geslacht 
     - leeftijd 
     - gezondheid
     - achtergrond 

Slide 29 - Tekstslide

Personages beschrijven
3. Karaktereigenschappen
     - gevoelens
     - gedachten

4. Relaties met andere personen beschrijven 
     - Welke ontwikkeling maken ze door?

Slide 30 - Tekstslide

Is dit realistische fictie of niet-realistische fictie?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Video

Is dit realistische of niet-realistische fictie?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Vragen?

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht / huiswerk
Zoek zoveel mogelijk informatie op over de schrijfster
Maren Stoffels

Neem dit mee naar de volgende les.


Slide 36 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van les:
  • Weet je waar de toets in de toetsweek overgaat.
  • Kun je het verschil uitleggen tussen:
  • fictie en non-fictie
  • realistische fictie en niet realistische fictie
  • hoofdpersonen en bijfiguren
  • Kun je uitleggen hoe je personages beschrijft.

Slide 37 - Tekstslide

Bedankt en tot de volgende les!

Slide 38 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van les:
  • Heb je gelezen in je leesboek
  • Heb je vragen geformuleerd die kunnen worden gesteld aan Maren Stoffels
  • Weet je minimaal 5 titels die door Maren Stoffels zijn geschreven.

Slide 39 - Tekstslide

Bezoek Maren Stoffels
13 juni, tijdens de les.

Slide 40 - Tekstslide

Informatie Maren Stoffels
Wat weten we van haar?

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Opdracht over Maren Stoffels
In groepjes: schrijf ALLEMAAL netjes op in je schrift:

  • Bedenk minimaal 5 vragen aan Maren Stoffels.
  • Zoek minimaal 5 titels op die door Maren Stoffels zijn geschreven.

Slide 43 - Tekstslide

Huiswerk (nogmaals)
Blz. 30, boek A
Beantwoord in Classroom de antwoorden.
Dit doe je over het boek dat je nu aan het lezen bent.

Huiswerk wordt gecontroleerd, niet gemaakt, dan krijg je een nieuwe extra opdracht die je maakt in het inhaal-uur.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide