Licht en Beeld U2A Constructie lenzen

H6 VWO 3 NaSk Constructie
ELT
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H6 VWO 3 NaSk Constructie
ELT

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we de komende tijd leren?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Lens
lenzen
beeldvorming bij een bolle lens.

Slide 3 - Tekstslide

Lichtbreking demo experiment
online via algodoo

Slide 4 - Tekstslide

Waarom lichtbreking?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Wat wordt bedoeld met de "normaal" bij een lens ?
A
een loodrechte lijn op de lensrand
B
Een lijn door het midden van de lens
C
een lijn die de lens raakt
D
een lichtbundel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is waar ?
Als een lichtbundel vanuit de lucht een vaste stof in gaat dan..
A
breekt deze naar de normaal toe
B
breekt deze van de normaal af

Slide 9 - Quizvraag

Een bolle lens die:
A
werkt convergerend
B
werkt divergerend
C
laat licht in rechte lijnen door
D
stopt al het licht

Slide 10 - Quizvraag

Een holle lens werkt dus:
A
convergerend
B
divergerend
C
absorberend
D
laat licht in rechte lijnen door

Slide 11 - Quizvraag

Wat hebben je afgelopen dinsdag in de les geleerd ?

Slide 12 - Open vraag

Als je denkt aan de lens in je telefoon, wat zou je daarvan willen weten/leren?

Slide 13 - Open vraag

Positieve lenzen:
Aan de rand dunner dan in het midden (bolle lenzen)

Negatieve lenzen:
Aan de rand dikker dan in het midden (holle lenzen)

Slide 14 - Tekstslide

Positieve lenzen
Convergerend: lichtstralen worden afgebogen naar binnen, naar de hoofdas
  • Evenwijdige bundel voor 
lens is convergente bundel 
na lens
  • Boller - sterker convergerende 
werking

Slide 15 - Tekstslide

Negatieve lenzen
Divergerend: Lichtstralen afgebogen naar buiten bij hoofdas vandaan.
  • Evenwijdige bundel voor 
lens is divergent na de lens
  • Holler - sterker divergerende 
werking

Slide 16 - Tekstslide

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief
B
Negatief

Slide 17 - Quizvraag

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief
B
Negatief

Slide 18 - Quizvraag

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief
B
Negatief

Slide 19 - Quizvraag

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend
C
Positief en divergerend
D
Negatief en convergerend

Slide 20 - Quizvraag

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend

Slide 21 - Quizvraag

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend

Slide 22 - Quizvraag

Stel of het een positieve of een negatieve lens.
A
Positief en convergerend
B
Negatief en divergerend

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Positieve lenzen

Slide 25 - Tekstslide

Spiegelbeeld

Slide 26 - Tekstslide

Constructiestralen
Tekening op schaal -> Bepaal waar beeld achter lens ontstaat
Dit heet construeren
We doen het altijd met drie lichtstralen
1 - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdsas. Na lens door brandpunt (F).
3 - Voor de lens door de hoofdas en na de lens evenwijdit aan             de hoofdas.

Slide 27 - Tekstslide

Stappen:
1. Teken lens met hoofdas 
en brandpunt (F)
2. Voorwerp en pijl V1 V2 
juiste afstand.
3. Twee constructiestralen, B1 waar stralen zamen komen.
4. Beeld B1 B2. Beeld ondersteboven.

Slide 28 - Tekstslide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 29 - Tekstslide

Nu jij, er staat een opdracht klaar. contrueer het beeld in de eerste situatie.

Slide 30 - Open vraag

Voorbeeldvraag:
Teken het beeld van een voorwerp wat 3,5cm hoog staat, en 5 cm van een lens staat, als de lens een brandpunt van 2,5 cm heeft.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Oefenopgave
Teken het beeld van een voorwerp wat 2.5 cm hoog staat, en 5 cm van een lens staat, als de lens een brandpunt van 3 cm heeft.




                                                                                                   (5 minuten)

Slide 33 - Tekstslide

Vergroting N
1
2

Slide 34 - Tekstslide

Bereken de vergroting

Slide 35 - Tekstslide

Uitwerking 
1
2

Slide 36 - Tekstslide

Teken het beeld en bereken de vergroting
1
2
3
4

Slide 37 - Tekstslide

Uitwerking 
1
2

Slide 38 - Tekstslide

Teken het beeld en bereken de vergroting
1
2
3
4

Slide 39 - Tekstslide

Uitwerking 
1
2

Slide 40 - Tekstslide

Teken het beeld en bereken de vergroting
1
2
3
4

Slide 41 - Tekstslide

Uitwerking 
1
2

Slide 42 - Tekstslide

Teken het beeld en bereken de vergroting

Slide 43 - Tekstslide

Uitwerking
1
2

Slide 44 - Tekstslide

Reëel beeld
1
2

Slide 45 - Tekstslide

Virtueel beeld tekenen
1
2
3
4

Slide 46 - Tekstslide

Weektaak voor donderdag na de vakantie volgt online (zie teams).
Kleine opdracht lichtbreking.

Slide 47 - Tekstslide

Virtueel beeld 
1
2
3

Slide 48 - Tekstslide

Voor een goede foto moet de afstand tussen de lens en de beeldchip verstellen zodat foto scherp gesteld is.

Ook bij een beamer verander je de afstand tussen de LCD scherm en de lens.

Slide 49 - Tekstslide