Les 9 - Hoofdletters

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lesdoel
- Voorkennis: wat weet je nog over hoofdletters?
- Uitleg: hoofdletters
- Opdracht
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les...

✓ kun je uitleggen wanneer je een hoofdletter moet gebruiken





Slide 3 - Tekstslide

SE 2: Februari/maart
Schrijfopdrachten
(1). Zakelijke e-mail
(2). Artikel

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters

Slide 5 - Woordweb

Hoofdletters
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen (van landen, personen, straten, winkels etc.) schrijf je met een hoofdletter.
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters
Hoofdletters
Voorbeeld
Begin van iedere zin
Hij eet een appel
Namen (personen, landen, straten, winkels)
Zij komt met Dylan naar buiten
Ik ga naar de Albert Heijn
Wij gaan naar Stationsweg
Merknamen
Ik heb een trui van Gucci 
Deze schoenen zijn van Nike
Feestdagen
Ik heb zin in Kerstmis 
Wat wil jij voor Valentijnsdag? 

Slide 7 - Tekstslide

Let op: moeilijke gevallen
Simone van Dijk
mevrouw Van Dijk
Kerstmis
Hemelvaart
kerst
hemelvaartvakantie
Januari is de begin van het jaar
Ik ga in januari op vakantie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
titanic
B
Titanic

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci

Slide 14 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 15 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Stationsstraat
B
stationsstraat

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdletterspel
Ronde 1:
Plaatst de 20 kaarten onder 'wel hoofdletter' of 'geen hoofdletter'

Ronde 2: 
Markeer in het artikel/tijdschrift waar een hoofdletter moest staan

Ronde 3: 
Schrijf een korte zakelijke e-mail 

Slide 17 - Tekstslide