T4 Voortplanting Herhaling

Hoofdstuk 4: voortplanting
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Basisstoffen voor proefwerk herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is bevruchting ?
A
de kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel
B
als het eicelletje gaat innestelen in de baarmoeder.
C
Als de eisprong plaatsvindt
D
als de vrouw ongesteld wordt.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je geslachtscellen van een vrouw?
A
zaadcel
B
eicel
C
lichaamscel
D
embryo

Slide 4 - Quizvraag

Waar worden eicellen gemaakt?
A
in de baarmoeder
B
in de eileider
C
in de eierstokken
D
in de baarmoederwand

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een clitoris?
A
is gevoelig voor seksuele prikkels
B
zelfbevrediging
C
masturbatie
D
zorgt voor een orgasme

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen we een ongeboren kindje?
A
baby
B
eicel
C
embryo
D
kleuter

Slide 7 - Quizvraag


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 9 - Quizvraag

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 11 - Quizvraag

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 12 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 13 - Quizvraag


Een vrouw kan tot de 24ste week van de zwangerschap een abortus ondergaan.
A
juist
B
onjuist
C
nee, alleen de morning-afterpil is dan nog te gebruiken
D
nee, alleen het spiraaltje is dan nog te gebruiken

Slide 14 - Quizvraag


Geschikt om een soa te voorkomen
A
de pil
B
het condoom
C
het spiraaltje
D
de morning-after pil

Slide 15 - Quizvraag


De morning-afterpil is een geschikt voorbehoedsmiddel
A
ja
B
nee
C
ja, maar neem die pillen wel elke dag in
D
ja, maar neem de pil wel binnen 48 uur in

Slide 16 - Quizvraag

voor het zingen de kerk uit, wat is dat?

Slide 17 - Open vraag

Hoe voorkomt de pil een zwangerschap?

Slide 18 - Open vraag

Wat is 'innesteling'?
A
Het embryo ligt in de verkeerde houding bij de geboorte.
B
een ander woord voor ovulatie.
C
De bevruchte eicel zet zich vast in de baarmoederwand.
D
Haargroei onder de oksels.

Slide 19 - Quizvraag

betrouwbaar
onbetrouwbaar
condoom
pil
periodieke onthouding
Voor het zingen de kerk uit gaan. 
coitus interruptus

Slide 20 - Sleepvraag

Noem een ander woord voor 'ovulatie'.

Slide 21 - Open vraag

Bescherming tegen SOA?
NIET
WEL
het condoom
vrouwencondoom
de pil
het spiraaltje
de nuvaring

Slide 22 - Sleepvraag

Welk filmpje kies je?
De morning-after pil
Hoe gebruik je een condoom
Heb ik een SOA?

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video