les 8: theorie herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

Ga zitten. Pak NN Literatuur en een pen. 

           Nederlands havo 4

Verhaalanalyse

Ik ken de begrippen van literatuuranalyse en kan ze zelf toepassen op een verhaal.

Wat weet je nog?

Neem alle begrippen op de volgende slide nog eens door en schrijf op wat de betekenis is.

1. type + karakter

2.identificatie

3. perspectief (de 4 soorten)

4. ik-perspectief

5. personaal perspectief

6. auctoriaal perspectief

7. meervoudig perspectief

8. verhaallijn

9. ondergeschikt + gelijkwaardig

10. motorisch moment

11. gesloten einde + open einde

12. open plekken

13. ontstaat open plekken (3 manieren)

14. spanningsboog

15. setting

16. overeenkomst + contrast

17.   chronologie

18. flashback + terugverwijzing

19. flasforward + vooruitwijzing

20. tijdsprong

21. tijdsvertraging + versnelling

22. historische tijd

23.  verteltijd + vertelde tijd

24. leidmotieven

25.  abstracte motieven

26. thema

27.  motto

28. stijl (kort 7 punten om op te letten)

Begrippenlijst

We nemen samen de begrippenlijst door. 

Kloppen jouw definities?

Pas aan/vul aan waar nodig.

Opdracht

• We maken allemaal een paar flitskaartjes om mee te oefenen/te overhoren
• Je krijgt een nummer. Maak het begrip bij het nummer horend vijf keer hetzelfde kaartje met aan de ene kant het begrip en aan de andere kant de beschrijving.

1. type + karakter

2. identificatie

3. ik-perspectief

4. personaal perspectief

5. auctoriaal perspectief

6. meervoudig perspectief

7. verhaallijn (incl. ondergeschikt + gelijkwaardig)

8. motorisch moment

9. gesloten einde + open einde

10. open plekken + 3 manieren ontstaan

11. spanningsboog

12. setting

13. overeenkomst + contrast

14.  chronologie

15. flashback + terugverwijzing

16. flashforward + vooruitwijzing

17. tijdsprong

18. tijdsvertraging + versnelling

19.  verteltijd + vertelde tijd+ historische tijd

20. leidmotieven

21.  abstracte motieven

22. thema

23. motto

24. stijl (kort 7 punten om op te letten)

Opdracht

• We maken 5 tafelgroepjes (in elke rij 2, één rij 1)
• Leg jouw kaartjes verspreid over de 5 groepjes
• Ga terug naar je eigen tafelgroepje
• Overhoor elkaar: maak een stapel van de kaartjes met de omschrijving bovenop. Leg de kaartjes die jullie goed hadden apart van de foute. Oefen de foute tot jullie ze kennen.
• Draai het nu om: leg het begrip bovenop en geef de omschrijving

quizizz.com

Huiswerk

Lees in je boek! Boek moet deze week uit

Leer de begrippen: oefentoets