8.2 Procenten en groeifactoren (theorie B)
1 / 12
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een bedrag van 80 euro neemt met 10% toe. Met welk getal is er vermenigvuldigd?
Slide 3 - Open vraag
Een bedrag van 200 euro neemt met 3,6% toe. Met welk getal is er vermenigvuldigd?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Opgave 14a (blz. 95)
Stel de formule op van het aantal inwoners N in miljoenen t jaar na 1 januari 2017.
Stel de formule op van het aantal inwoners N in miljoenen t jaar na 1 januari 2017.
Slide 7 - Open vraag
Opgave 14b (blz. 95)
Hoeveel inwoners komen er in 2014 bij? Rond af op duizendtallen. Alleen antwoord invullen. Berekening in je schrift.
Hoeveel inwoners komen er in 2014 bij? Rond af op duizendtallen. Alleen antwoord invullen. Berekening in je schrift.
Slide 8 - Open vraag
Opgave 14c (blz. 95)
In welk jaar zijn er voor het eerst 27 miljoen inwoners. Alleen antwoord invullen. Berekening in je schrift.
In welk jaar zijn er voor het eerst 27 miljoen inwoners. Alleen antwoord invullen. Berekening in je schrift.
Slide 9 - Open vraag
Een artikel van 80 euro wordt 12,5% goedkoper.
Met welk getal is vermenigvuldigd?
Met welk getal is vermenigvuldigd?
