Basis Communicatie P2 les 8

Basis communicatie Les 8 
Bespreken we opdracht 3.02 na 
Gaan we aan de slag met 
de promotiemix






1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basis communicatie Les 8 
Bespreken we opdracht 3.02 na 
Gaan we aan de slag met 
de promotiemix






Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.02
Wees creatief en geef aan hoe jij die 3 promotiemiddelen gaat inzetten

Slide 2 - Tekstslide

OPDRACHT 3.02
a. Het artikel over Cacao Berry moet worden gelezen.
b. Daarna moeten drie promotiemiddelen worden genoemd die voor dit product ingezet zouden kunnen worden.
c. Vervolgens moet de student ook aangeven op welke manier dit zou kunnen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de foto's naar de juistes soort reclame
timer
1:00
Retailreclame
Ideële reclame

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ideële reclame
timer
1:00
Actiereclame
Sponsoring

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is actie reclame?
A
Reclame waarbij de consument wordt aangespoord om meteen actie te ondernemen
B
Verborgen reclame die stiekem wordt gemaakt
C
Reclame die informatie geeft over een product.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Actie reclame
B
Retail reclame
C
Institutionele reclame

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Commerciële reclame
Ideële reclame
timer
1:00
Coöperatieve reclame
Verleiden iets te kopen. 
Samenwerking tussen fabrikant en detailhandel
Reclame zonder winstoogmerk 

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
online
offline
reclamefolder
reclame op youtube
reclame via mail
reclame langs de weg
reclame aan de bushalte
reclamebanner op een website

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 3.04
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

OPDRACHT 3.04
a. Themareclame is op de lange termijn gericht en bijvoorbeeld bedoeld om een imago op te bouwen, terwijl actiereclame bedoeld is om op de korte termijn te scoren.
b. Er moet een voorbeeld van themareclame worden gezocht en uitgelegd waarom het geen actiereclame is.
c. Er moet een voorbeeld van actiereclame worden gezocht en uitgelegd waarom het geen themareclame is.
d. Consumentenreclame wordt ook wel b2c-reclame genoemd.
e. Industriële reclame wordt ook wel b2b-reclame genoemd.
f. De belangrijkste verschillen tussen consumentenreclame en industriële reclame zijn onder andere de manier waarop je de doelgroep aanspreekt. Bij b2b-communicatie zul je over het algemeen een zakelijker toon gebruiken dan bij b2c-communicatie. En de consument laat zich meer leiden door emotionele aspecten, terwijl bedrijven met een meer rationele blik kijken en oordelen.
g. Er moeten vier producten worden genoemd waarvoor zowel consumentenreclame als industriële reclame gemaakt wordt.
h. Andere soorten reclame zijn:
 Retailreclame
 Collectieve reclame
 Combinatiereclame
 Coöperatieve reclame
 Ideële reclame
i. Van twee vormen van reclame moet een voorbeeld worden gezocht en aangegeven tot welke soort ze behoren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk jij dat PR is?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de belangrijkste kenmerken van PR

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

PR staat voor:
A
Public Retailer
B
Personal Relations
C
Public Relations
D
Promotion Retail

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1) Met welke onderwerpen heeft Public Relations iets te maken? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist. Sleep de goede antwoorden naar het vak.
Goede antwoorden
met het verbeteren van de aangeboden diensten 
met het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van het personeel  
met het vergroten van de naamsbekendheid 
met het onderhouden van goede contacten tussen organisatie en omgeving

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Public Relations is altijd gericht op de eigen organisatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak over PR is NIET juist?
A
Public Relations gebeurt stelselmatig.
B
Bij Public Relations gaat het om het bevorderen van de naamsbekendheid.
C
Als sportleider heb je bij het organiseren van sportieve evenementen niet te maken met Public Relations.
D
Het hoofddoel van Public Relations is het halen van een betere omzet voor het bedrijf.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iets verkopen via een persoonlijk gesprek noem je:
A
Public Relations
B
Persoonlijke verkoop
C
Direct Marketing
D
Promotie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak opdracht 3.06 (pg 138)



Overleggen met je medestudenten mag uiteraard. 

Succes!








Klaar? Lees dan alvast H3.7 ​

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 3.06
timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

OPDRACHT 3.04
a. Themareclame is op de lange termijn gericht en bijvoorbeeld bedoeld om een imago op te bouwen, terwijl actiereclame bedoeld is om op de korte termijn te scoren.
b. Er moet een voorbeeld van themareclame worden gezocht en uitgelegd waarom het geen actiereclame is.
c. Er moet een voorbeeld van actiereclame worden gezocht en uitgelegd waarom het geen themareclame is.
d. Consumentenreclame wordt ook wel b2c-reclame genoemd.
e. Industriële reclame wordt ook wel b2b-reclame genoemd.
f. De belangrijkste verschillen tussen consumentenreclame en industriële reclame zijn onder andere de manier waarop je de doelgroep aanspreekt. Bij b2b-communicatie zul je over het algemeen een zakelijker toon gebruiken dan bij b2c-communicatie. En de consument laat zich meer leiden door emotionele aspecten, terwijl bedrijven met een meer rationele blik kijken en oordelen.
g. Er moeten vier producten worden genoemd waarvoor zowel consumentenreclame als industriële reclame gemaakt wordt.
h. Andere soorten reclame zijn:
 Retailreclame
 Collectieve reclame
 Combinatiereclame
 Coöperatieve reclame
 Ideële reclame
i. Van twee vormen van reclame moet een voorbeeld worden gezocht en aangegeven tot welke soort ze behoren.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies