klas 2TL - bij Hfd. 2 - uitleg ne... pas

de ontkenning 


 
ne ... pas

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

de ontkenning 


 
ne ... pas

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De ontkenning
Léa habite à Paris, Luc n'habite pas à Paris.
Léa woont in Parijs. Luc woont niet in Parijs.

  • ne..pas = niet of geen 
  • ne...pas staat om de persoonsvorm heen (bril)
  • de persoonsvorm is vaak het eerste werkwoord in de zin
  • persoonsvorm met klinker / stomme h : ne...pas --> n'...pas

Slide 3 - Tekstslide

De ontkenning
Elle a un chien.  
Zij heeft een hond.

Elle n’a pas de chien.
Zij heeft geen hond.

  • ontkenning in de zin: un / une -->  de

Slide 4 - Tekstslide

De ontkenning
Tu as mangé des frites.
Jij hebt friet gegeten.

Tu n’as pas mangé de frites.
Jij hebt geen friet gegeten.

  • ontkenning in de zin: du / de la/ de l’ / des --> de

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de p.v?

Elle regarde la télé.
A
elle
B
regarde
C
la télé

Slide 7 - Quizvraag

Hoe ziet de juiste ontkenning er nu uit?
A
Elle regarde ne pas la télé.
B
Elle ne pas regarde la télé.
C
Elle ne regarde la télé pas.
D
Elle ne regarde pas la télé.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe ziet de juiste ontkenning er uit?
C'est une télévision <>
A
C'est ne pas une télévision
B
Ce n'est pas une télévision.
C
Ce ne pas est une télévision.
D
Ce ne télévision pas.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe ziet de juiste ontkenning er uit?
Il y a une télévision. <>
A
Il y ne pas une télévision
B
Il y n'a pas de télévision.
C
Il n'y a pas de télévision.
D
Il ne pas y a une télévision.

Slide 10 - Quizvraag

Maak ontkennend:
David en Elise sont à l'école.

Slide 11 - Open vraag

Maak ontkennend:
Sophie mange une pomme.

Slide 12 - Open vraag

Maak ontkennend:
Maria aime beaucoup le français.

Slide 13 - Open vraag

Maak ontkennend:
Il y a 25 élèves dans la classe.

Slide 14 - Open vraag

Maak ontkennend:
C'est très difficile la négation.

Slide 15 - Open vraag

Heb je nog vragen?
Stel ze hier!

Slide 16 - Open vraag