H1B 9-6
1 / 37
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Les films français
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat betekent het woord à in de zin "Je vais à l'école"
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Je vais ______ école.
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux
Slide 17 - Quizvraag
Nous allons à le concert.
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quizvraag
Nous allons _____ concert.
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux
Slide 19 - Quizvraag
Je parle à les amis.
A
Goed
B
Fout
Slide 20 - Quizvraag
Je parle _____ amis.
Slide 21 - Open vraag
Je suis _____ maison.
Slide 22 - Open vraag
"Ik kan het voorzetsel à gebruiken met een lidwoord."
A
Oui
B
Non
C
Parfois
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat betekent DE in de zin "C'est le père de mon copain."
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Le sac de le garçon.
A
Goed
B
Fout
Slide 29 - Quizvraag
Le sac ____ garçon.
Slide 30 - Open vraag
La réception ____ hôtel.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 31 - Quizvraag
La maison ____ famille.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 32 - Quizvraag
Les vêtements _____ filles.
Slide 33 - Open vraag
Ik kan het voorzetsel DE gebruiken met een lidwoord.
A
Oui
B
Non
C
Parfois
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Ik ken vocabulaire ABE van chapitre 7.
A
100%
B
75%
C
50%
D
< 50%
