passé composé

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

passé composé  klas 3 

herhaling  van de passé composé    

vous allez faire les exercices vous-même ( zelfstandig werken)

 Vous pouvez gagner des points pour une bonne note  à l'épreuve ( bonuspunt verdienen op de toets)              Alles goed          = 0,5p extra 

                        16 vragen goed = 0.1p extra 

                        17 vragen goed = 0.2 p extra 

                        18 vragen goed =0.3p extra 

                        19vragen goed =0.4 p extra 

in de passé composé heb
je hulpwerkwoorden nodig. Welke?

1. faire
2. aller
3. avoir
4. être

een voltooid deelwoord maak je zelf bij regelmatige werkwoorden ww op -er, dan wordt .... gebruikt

werkwoorden op - ir krijgen bij het voltooid deelwoord een ..... ?

het voltooid deelwoord van werkwoorden op -re eindigt op?

1. i
2. é
3. u
4. a

attendre = wachten
........ = gewacht

1. attendé
2. attendi
3. attendu
4. attends

réfléchir = nadenken
............. = nagedacht

1. réfléchit
2. réfléchi
3. réfléchissons
4. réfléché

Faire = ........
voltooid deelwoord fait = .........

jullie hebben gemaakt

1. vous avez faitez
2. vous avez fait
3. nous avons fait
4. on a fait

j'ai ......... ( gewoond )

1. habité
2. habitée
3. habites
4. mangé

être is ook een hulpwerkwoord
noteer het hele rijtje in het Frans

als être het hulpwerkwoord is wat zet je dan extra achter het voltooid deelwoord bij een vrl. vorm?

1. i
2. s
3. e
4. é

ils sont ........ ( gegaan)

1. allé
2. allée
3. alléés
4. allés

elle est ..... ( aangekomen)

1. arrive
2. arrivée
3. arrivé
4. venue

elles sont ...... ( gebleven)

1. restées
2. restees
3. arrivées
4. restent

noteer nu de regels die gelden bij de passé composé bij het hulpwerkwoord être

wij hebben gewacht

1. tu as attendu
2. nous sommes attendu
3. on a attendu
4. elles ont attendu

elle a choisi

1. zij kiest
2. zij heeft gekozen
3. zij hebben gekozen
4. zij heeft .....

noteer je eigen kennis over de werkwoorden op -er, -ir , -re in de passé composé

vertrekken = partir
zij is vertrokken =

1. elle part
2. elles sont parties
3. il est parti
4. elle est partie

noteer hier onder het rijtje van AVOIR
helemaal in het Frans

Je hebt de oefening gemaakt . 

Lees wat je hierna gaat doen: 

Ga naar de Franse online methode via Somtoday 

Ga naar Boite à grammaire  na chapitre 8  

 kies de passé composé  , 

klik op bekijk opdrachten en 

maak Doen 1 en Doen 2