De klok, 5 10-2022

Tijd 
oefenen met de analoge klok
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tijd 
oefenen met de analoge klok

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
Je kent de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)
Je kunt de tijd lezen op een analoge klok.


Je kunt de tijd lezen op een digitale klok.
Je weet hoe een 24-uurs klok werkt.

Slide 2 - Tekstslide

De klok lezen tot op een kwartier nauwkeurig.
Eerst even herhalen.

  • Als de grote wijzer in het gele deel staat zeg je VOOR
    Dus kwart VOOR
  • Als de grote wijzer in het rode deel staat zeg je OVER
    Dus kwart OVER

Slide 3 - Tekstslide

In volgend filmpje herhalen we nog even extra.
De klok lezen tot op een kwartier nauwkeurig.
Eerst even herhalen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe laat is het ?
A
kwart voor 11
B
kwart voor 9
C
kwart voor 10
D
kwart over 11

Slide 6 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
Kwart over 1
B
kwart over 2
C
kwart voor 3
D
kwart over 3

Slide 7 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half 3
B
half 2
C
half 6
D
3 uur

Slide 8 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart voor 8
B
half 7
C
half 6
D
half 8

Slide 9 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half 3
B
half 6
C
half 4
D
half 5

Slide 10 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart voor 4
B
kwart voor 3
C
kwart over 4
D
kwart over 3

Slide 11 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart over 8
B
kwart over 9
C
kwart voor 3
D
kwart voor 9

Slide 12 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart over 12
B
kwart voor 1
C
kwart over 10
D
kwart over 11

Slide 13 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half twee
B
half drie
C
kwart over twee
D
kwart over zes

Slide 14 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half één
B
tien over zes
C
half twee
D
half twaalf

Slide 15 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart over 6
B
kwart over 7
C
kwart voor 6
D
kwart over 3

Slide 16 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
10 voor 10
B
10 over 10
C
10 uur
D
10 voor 2

Slide 17 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
10 voor 2
B
10 voor 3
C
10 voor 5
D
10 voor 10

Slide 18 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half 10
B
half 12
C
half 11
D
10 voor 6

Slide 19 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
25 voor 3
B
half 3
C
5 over half 3
D
kwart voor 3

Slide 20 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
5 voor 6
B
half 12
C
half 11
D
6 voor 5

Slide 21 - Quizvraag

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
half 2
kwart voor 11
kwart over 12
kwart over 9
kwart voor 10
half 1
kwart voor 12
kwart voor 9

Slide 22 - Sleepvraag

Einde deel 1

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Drie uur
Elf uur
Één uur
Twaalf uur
Vijf uur
Zeven uur.

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

S"ochtends
S"middags
S"avonds
S"nachts.

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Bij de volgende opdrachten sleep je het het juiste tijd naar de juiste klok.
je plaats de tijd op de klok.
Heb je dit gedaan dan zet je onder de tijd. 
S'avonds,  s'middags,  s'ochtends,s'nachts...

controleer of je de antwoorden goed hebt.

Slide 30 - Tekstslide

14.00
Klok
21.00
23.00
12.00
Het is 2 uur (tijd)
Het is 12 uur
Het is 11 uur
Het is 9 uur
S'avonds
S'middags
s'avonds
S'middags

Slide 31 - Sleepvraag

02.00 
13.00
22.00
09.00
Het is 2 uur
Het is 9 uur
Het is 10 uur.
Het is 1 uur
S'avonds
S'nachts
s'middags
S'ochtends

Slide 32 - Sleepvraag

De bus vertrek om:
A
09.00 uur
B
21.00 uur
C
19.00 uur
D
17.00 uur

Slide 33 - Quizvraag

Hoe laat begint de wedstrijd
A
12.00 uur
B
22.00 uur
C
13.00 uur
D
10.00 uur

Slide 34 - Quizvraag

Zet de juiste tijd op de juiste klok.
Slepen en erop plaatsen controleer aan het eind je antwoord.
22.00
13.00 
0.00
18.00
Het is 12 uur s'nachts
Het is 6 uur s'avonds
Het is 1 uur s'middags
Het is tien uur S'avonds

Slide 35 - Sleepvraag

Tijdstippen uit een 12-urenschaal omzetten in een 24-urenschaal.

Slide 36 - Tekstslide

Een uurtabel aflezen.
In deze tabel kan je de openingsuren van het zwembad aflezen. 

Slide 37 - Tekstslide

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?
Wanneer gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Slide 38 - Open vraag

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?
Hoe laat sluit het zwembad op vrijdagavond?

Slide 39 - Open vraag

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?
Op welke dag gaat het zwembad het vroegste open?

Slide 40 - Open vraag

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?
Op welke dagen is het zwembad ook in de namiddag open?

Slide 41 - Open vraag

Hoe laat is het?
5.45 uur
A
kwart voor 5
B
kwart voor 6

Slide 42 - Quizvraag

Hoe laat is het?
18.50 uur
A
10 voor 6
B
10 voor 7
C
10 over 6
D
tien over 7

Slide 43 - Quizvraag

Jan gaat om 14.30 uur van huis weg. Hij komt om 16.10 uur op school aan.
Hoe lang heeft hij erover gedaan?
A
40 minuten
B
1 uur en 30 minuten
C
1 uur en 35 minuten
D
1 uur en 40 minuten

Slide 44 - Quizvraag

Hoe schrijf je vier uur 's middags?
A
4:00
B
16:00
C
3:00
D
15:00

Slide 45 - Quizvraag

Hoe schrijf je twee uur 's nachts?
A
2:00
B
14:00
C
1:00
D
13:00

Slide 46 - Quizvraag

Digitale klok
Hoe schrijf je half drie 's middags?
A
14:00
B
14:30
C
2:00
D
2:30

Slide 47 - Quizvraag

Hoe zeg je 7:00
A
zeven uur 's ochtends
B
zeven uur 's avonds

Slide 48 - Quizvraag

Hoe laat is het hier:
9:45

Slide 49 - Woordweb

Zet in digitale tijd:
Kwart over 6 's avonds

Slide 50 - Woordweb

EINDE LES!!

Slide 51 - Tekstslide