herhaling: grammatica

Welkom 2HC
Cursus 5
Herhaling tot nu toe
Voordat we beginnen:

Inloggen op LessonUp
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2HC
Cursus 5
Herhaling tot nu toe
Voordat we beginnen:

Inloggen op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Bij de vraagproef is het eerste werkwoord de persoonsvorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Voor de persoonsvorm kunnen meerdere zinsdelen staan.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

In elke zin staat een onderwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Delen van een scheidbaar werkwoord horen ook bij het werkwoordelijk gezegde.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Het meewerkend voorwerp komt voor bij werkwoorden die iets te maken hebben met ‘vertellen’ of met ‘geven’.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een zin kan één, geen of meer bijwoordelijke bepalingen bevatten.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste verdeling in zinsdelen?
A
De familie Verdouw| bewaart| alle| Donald Ducks
B
Op woensdagmiddag| kunnen| kinderen| de dieren| op het hertenkamp| voeren.
C
Wat| is| het nut van wespen?
D
Vandaag| ga ik| weer| naar school.

Slide 8 - Quizvraag

De maand juli is genoemd naar Julius Caesar.
PV
ow
wg
ng
lv
MV
bwb
De
maand
juli
is
genoemd
naar
Julius
Caesar
is
X
X
X

Slide 9 - Sleepvraag

Welke woorden zijn koppelwerkwoorden? Verdeel onderstaande werkwoorden op een goede manier.
Koppelwerkwoorden
werkwoorden
was
maken
worden
blijken
vertrouwen
lijkt
verwoestte

Slide 10 - Sleepvraag

wg of ng?
De huisarts is een tijd overspannen geweest.
A
wg
B
ng

Slide 11 - Quizvraag

wg of ng?
De komende jaren zal de zeespiegel blijven stijgen.
A
wg
B
ng

Slide 12 - Quizvraag

wg of ng?
Op het terras besloten we een tosti te eten.
A
wg
B
ng

Slide 13 - Quizvraag

Benoem wg of ng en geef aan wat het naamwoordelijk deel is.

De huisarts is een tijd overspannen geweest.

Slide 14 - Open vraag

Benoem wg of ng en geef aan wat het naamwoordelijk deel is.

De komende jaren zal de zeespiegel blijven stijgen.

Slide 15 - Open vraag

Is er sprake van een samengestelde zin of enkelvoudige zin?

Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 16 - Quizvraag

Is er sprake van een samengestelde zin of enkelvoudige zin?

Volgens sommige theorieën is de oudste de slimste, maar dat is achterhaald.

A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 17 - Quizvraag

Is er sprake van een samengestelde zin of een enkelvoudige?

Hoewel de oudste thuis de baas kan spelen, wordt hij of zij op school weleens gecorrigeerd door andere kinderen.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 18 - Quizvraag

Is er sprake van een samengestelde zin of enkelvoudige zin?

Zes studerende kinderen kunnen een behoorlijke kostenpost vormen voor ouders.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 19 - Quizvraag

Benoem wg of ng in een samengestelde zin.

De oude vrouw vroeg of Sneeuwwitje een hapje van de appel lustte.

Slide 20 - Open vraag

Benoem wg of ng in een samengestelde zin.

Luilekkerland lijkt mij heerlijk, omdat je daar niet hoeft te werken.

Slide 21 - Open vraag

Benoem wg of ng in een samengestelde zin.

Emoji’s lijken simpel en onschuldig, maar ze kunnen voor verwarring zorgen.

Slide 22 - Open vraag

Noteer van de samengestelde zinnen alle werkwoorden en benoem ze. Kies uit: zww – kww – hww.

In het bos zijn alle loshangende takken afgezaagd, zodat we er veilig kunnen lopen.

Slide 23 - Open vraag

Noteer van de samengestelde zinnen alle werkwoorden en benoem ze. Kies uit: zww – kww – hww.

Ik wilde een GoPro-camera kopen, maar die is vrij duur, dus moet ik nog wat sparen.

Slide 24 - Open vraag



Van sommige potjes zijn de dekseltjes verwisseld.

sommige =
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangelwoord

Slide 25 - Quizvraag

et nieuwe liedje van Racoon is gezakt van de derde naar de tiende plaats in de top 40.

derde en tiende =
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveelste werd jij bij de laatste turnwedstrijd?

hoeveelste =
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveelste werd jij bij de laatste turnwedstrijd?

laatste
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 28 - Quizvraag

Ondanks de enorme schade die muizen aanrichten in de landbouw, is een verzoek van de boeren om gif te mogen gebruiken afgewezen door de rechter.

die muizen aanrichten in de landbouw =
A
bijvoeglijke bijzin
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 29 - Quizvraag

De meeste kinderen die vroeger bij mij in de straat woonden, zijn verhuisd naar een andere stad.


die vroeger bij mij in de straat woonden=
A
bijvoeglijke bijzin
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 30 - Quizvraag

De broodzak van biologisch katoen kan zowel in de vriezer als in de wasmachine.

van biologisch katoen =
A
bijvoeglijke bijzin
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 31 - Quizvraag

Welk onderdeel vind je nog lastig?
zinsdelen benoemen
samengestelde zinnen
werkwoorden
ng of wg
helemaal niks
alles is lastig!

Slide 32 - Poll