1C/D U2 bezvnw2

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Ryan	Arda	Wesley	Mostafa	Nisrine	Melissa
Anouk	Thuvaraka	Rumeysa	Maud	Abdul	Mitch
Soolaf	Rozire	Milan	Kemal	Demi	Sanjana
Eymen	Aidan	Sterre	Elissa	Mehdi	Umut

Madame Mulder

Quel jour? Quelle date?

Aujourd'hui c'est ...............

L'hiver                    Le printemps                             L'été

Aujourd'hui/ vandaag

1. Contrôle des devoirs À LA FIN!

2. Le possessif = bez. vnw. 

Meeschrijven, daarna en ligne.

3. Les devoirs

Na deze les kan ik het bezittelijk voornaamwoord toepassen.

Sena	Marwa	Mohammad	Yassin	Keano	Locho
Efe	Kerem	Joël	Sancho	Gabriël	Christian
Hayam		Xeppy	Hams	Kevon	Cassèl
	Neva	Hakan	Gamal		Kaan
Melek					Emre

  DOCENT

Quel jour? Quelle date?

Aujourd'hui c'est ...............

L'hiver                    Le printemps                             L'été

Aujourd'hui/ vandaag

1. Le possessif = bez. vnw. 

Meeschrijven, daarna en ligne.

2. Les devoirs/ het huiswerk

3. Au travail/ aan het werk

Na deze les kan ik het bezittelijk voornaamwoord toepassen.

1. Le possessif: regel NL

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord 

past zich in het Nederlands 

aan op de bezitter. 

Het maakt uit of de bezitter mannelijk of vrouwelijk is.

Het is zijn fiets. Nee, dat is haar fiets. 

Regel FR

In het Frans past het bezittelijk voornaamwoord zich aan

 aan het bezit. 

Of de fiets nou van hem of haar is maakt niet uit. 

HET GAAT EROM of DE FIETS MANNELIJK of VROUWELIJK is: LE of LA

Het woord fiets in het Frans is mannelijk. Je zegt dus:

C'est mon vélo.

C'est ton vélo. 

C'est son vélo. 

Ieder woord is mannelijk of vrouwelijk. Je kunt dit zien aan het lidwoord. 

In het Frans kennen we de mannelijke lidwoorden le / un en de vrouwelijke lidwoorden la / une. 

Er zijn ook lidwoorden die meervoud aangeven: les / des. 

Deze lidwoorden staan in de woordenlijst altijd voor het woord. 

BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN 

in het FRANS

	Mijn	Jouw	Zijn/haar
Mnl	mon	ton	son
Vrl	ma	ta	sa
MV	mes	tes	ses

lidwrd

Zie onderstaande bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.

MIJN

JOUW

ZIJN/HAAR

mon

ton

son

ta

tes

mes

ses

ma

sa

Jouw broer is aardig
...... frère est sympa

1. Mon
2. Sa
3. Leur
4. Ton

Zijn koffer is op het vliegveld
..... valise (v) est à l'aéroport

1. Son
2. Sa
3. Ton
4. Notre

Zijn telefoon is van Apple
.... portable (m) est d'Apple

1. Mon
2. Ta
3. Sa
4. Son

Mijn vriend is aardig
.... ami est sympa

1. Mon
2. Sa
3. Ma
4. Mes

Mijn vriendin is aardig
.... amie est sympa

1. Mon
2. Sa
3. Ma
4. Nos

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden

une trousse

ma 

mon

mes

ton

ta

tes

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden

un frère

ma

mon

mes

ton

ta

tes

Hieronder zie je woorden staan. Koppel het juiste bezittelijke voornaamwoord aan het bezit.

La voiture (de auto)

Un stylo (een pen)

Mon

Ton

Son

Ma

Ta

Sa

Mes

Tes

Ses

2. Les devoirs/ het huiswerk

1. Maken: p. 56, ex. 16CD

2. Page 73, ex. 16FG

3. Page 72, ex. 8FG

Leren appr. 5, p. 66.

Ik kan het bezittelijk voornaamwoord toepassen.

3. Prends ton livre

Page 55, ex. 16CD

Page 73, ex. 16FG

KLAAR? p. 72, ex. 8FG

Pak je boek

1. Prends ton livre

Contrôle des devoirs

P. 55, 16D

P. 73, 16FG