Haben , sein, werden

grammatik
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
Vandaag ga je zelfstandig aan de slag met de werkwoorden haben + sein + werden. 
Je bekijkt hiervoor de uitleg. Daarna ga je de theorie toepassen in de opdrachten. 
Zo beheers je de lesstof hopelijk op een volgende toets. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 4 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 5 - Sleepvraag

Übersetze:
zij (enkelvoud) heeft

Slide 6 - Open vraag

Übersetze:
wij zijn

Slide 7 - Open vraag

Übersetze:
jij bent

Slide 8 - Open vraag

Haben oder sein?
Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen)!

Slide 9 - Tekstslide

............... du Zeit für mich?

Slide 10 - Open vraag

.................. du müde?

Slide 11 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Welke 2 betekenissen heeft
werden?

Slide 14 - Open vraag

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 15 - Sleepvraag

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werdet
seid
habt
wird
ist
bin
haben
hast

Slide 16 - Sleepvraag

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 17 - Quizvraag

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 18 - Quizvraag


.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 19 - Quizvraag

Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
ist
C
wird
D
hat

Slide 20 - Quizvraag

Wo .............. du deine Tasche versteckt?
A
habt
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 21 - Quizvraag

(kaufen) Ihr _____ solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 22 - Quizvraag