4hv - L? P1 - naar en naamvallen

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

week 39: MO's

Wat kunnen jullie verwachten?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wiederholung
Hoe drukken we dag(del)en, tijden en data uit  in het Duits?...

Ken jij ze nog?

Slide 4 - Tekstslide

Welke dagen van de week ken je in het Duits?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je nou
im / am / um ?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

11 uur 's morgens = in het Duits ...
A
am Nachmorgen
B
am Vormittag
C
am Nachmittag
D
am Spätmorgen

Slide 9 - Quizvraag

3 uur 's middags = in het Duits
A
am Mittag
B
am Nachmittag
C
im Mittag
D
im Nachmittag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

kloktijden

Slide 12 - Tekstslide

Was kennst du schon?
Hoe zeg je in het Duits hoe laat het is?

Zoek op: het is kwart voor acht.

Slide 13 - Tekstslide

Het is half 3.
A
Es ist eine halbe Stunde nach 2.
B
Es ist Viertel nach Viertel nach 2.
C
Es ist Viertel vor Viertel vor 3.
D
Es ist halb 3.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Het is kwart over 8.
A
Es ist Viertel über 8.
B
Es ist Viertel nach 8.

Slide 16 - Quizvraag

Het is kwart voor 12.
A
Es ist Viertel vor 12.
B
Es ist Viertel für 12.

Slide 17 - Quizvraag

Het is 4 uur.

Slide 18 - Open vraag

Het is kwart over 1.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

naar mijn moeder
A
zu meiner Mutter
B
nach meiner Mutter

Slide 23 - Quizvraag

Vertaal: naar Frankrijk

Slide 24 - Open vraag

Vertaal: naar de dokter

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: naar het station

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: naar huis

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Vertaal: naar Oekraïne
(die Ukraine)

Slide 29 - Open vraag

Vertaal: naar Groot-Brittannië (Großbritannien)

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

1. Ich fahre   ...                           Belgien.
2. Ich fahre ...
3. Ich komme ....
in
den Niederlanden
die Niederlande
aus
nach

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Wanneer gebruik je vor en geen für?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Hij heeft voor mij een liedje gezongen.
A
für mich
B
vor mir

Slide 38 - Quizvraag

Het is kwart voor elf.
A
Viertel für
B
Viertel vor

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Tips
- Begin op tijd en check bij twijfel of je video is aangekomen bij de docent.
- Begin de presentatie met een intro en sluit af met een afsluiting.
- Gebruik eventueel programma's  zoals Moviemaker etc. voor de bewerking. Als je het eenvoudig wilt houden, kun je ook PowerPoint gebruiken.
- Sla gefilmd materiaal altijd op en bewaar het tot je cijfer bekend is. 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

der Herbst
der Frühling
der Sommer
der Winter


Slide 45 - Sleepvraag

... werde ich snowboarden.
A
Im Frühling
B
Im Sommer
C
Im Herbst
D
Im Winter

Slide 46 - Quizvraag

... fallen die Blätter von den Bäumen.
A
Im Frühling
B
Im Sommer
C
Im Herbst
D
Im Winter

Slide 47 - Quizvraag

... werden die Tage erst wieder länger.
A
Im Frühling
B
Im Sommer
C
Im Herbst
D
Im Winter

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Tekstslide

januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december
Januar
Dezember
Juli
September
März
Juni
Februar
August
April
Oktober
November
Mai

Slide 50 - Sleepvraag

Welke datum is dit?
Am 7. 1. 2021
A
Am 7. Januar 2021
B
Am 7. januari 2021
C
Am 7. Januär 2021
D
Am 7. januar 2021

Slide 51 - Quizvraag

Welke datum is dit?
Am 24. 11. 2020
A
Am 24. november 2020
B
Am 24. Novembre 2020
C
Am 24. Novämber 2020
D
Am 24. November 2020

Slide 52 - Quizvraag

Welke datum is dit?
Am 12. 3.
A
Am 12. Maart
B
Am 12. Mart
C
Am 12. März
D
Am 12. Märt

Slide 53 - Quizvraag