H1 Woordenschat 2kgt/h 1 synoniem

Woordenschat Hoofdstuk 1
Nieuw Nederlands
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat Hoofdstuk 1
Nieuw Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welke synoniemen ken je voor "jongen"?

Slide 2 - Woordweb

Wat is een synoniem?

Slide 3 - Open vraag


Wat is een synoniem voor
souvenir
A
brief
B
aandenken
C
wandelroute
D
ruïne

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor
nauwgezet
A
dik
B
eerlijk
C
precies
D
vriendschappelijk

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor
bonje
A
ruzie
B
lawaai
C
roddel
D
waardebon

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor
oprecht
A
eerlijk
B
groep 1HB
C
rechtop
D
afwezig

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor
knus
A
vrolijk
B
klein
C
dol
D
gezellig

Slide 8 - Quizvraag

Als je ergens verzot op bent, dan...
A
ben je er dol op
B
ben je er vies van
C
ben je er verward door
D
ben je niet goed wijs

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor
souterrain
A
bovenste etage
B
kelderverdieping
C
dakterras
D
balkon

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor
kwaadspreken?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een ander woord voor
overheersen?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een ander woord voor
lichamelijk?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent
kommer en kwel
A
Komkommers, echt wel
B
hopeloze ellende
C
onzin
D
zonder ruzie

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent
Hij groeit op voor galg en rad
A
Hij leert hoe hij beul moet worden
B
Hij leert voor docent Nederlands
C
Hij groeit maar door zonder te stoppen
D
Hij groeit op tot misdadiger

Slide 15 - Quizvraag

Wat is er als je in vuur en vlam staat?
A
Dan heb je te lang in de zon gelegen
B
Dan heb je je gebrand aan de oven
C
Dan ben je hevig verliefd
D
Dan schaam je je kapot

Slide 16 - Quizvraag