M1: 5,5 - Op kruistocht

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Binnenkomst opdracht:
Teken je domein af. Deze lever je aan het einde van de les in.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Herhaling 
  • Op kruistocht 
  • Opdrachten 
  • Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Op kruistocht 
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Kun je uitleggen en herkennen wat de oorzaken en gevolgen van de Kruistochten zijn.

  • Kun je verklaren waarom mensen mee gingen op kruistocht.

  • Kun je de betrouwbaarheid van bronnen bepalen aan de hand van het stappenplan. 

Slide 5 - Tekstslide

 sjahada
الشهادة
saum
رمضان
hadj
الحجّ
 zakat
زكاة
 salat
الصّلاة
geloofsbelijdenis 
rituele gebeden
geven aan armen
pelgrimstocht 
ramadan

Slide 6 - Sleepvraag

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 7 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
1000: Vanaf het jaar duizend ontstaan er grotere steden in Europa, dit gebeurt langs handelsknooppunten!

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 9 - Tekstslide

Wat was de oorzaak van het uitroepen van de eerste kruistocht?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de kruistochten?

Slide 12 - Woordweb


Contact tussen 
christenen en moslims



  • Het contact is meestal vreedzaam: handel
  • Pelgrims hebben ook vrij toegang tot Palestina en Jeruzalem
  • Dit verandert als de Seldjoeken, een Turks volk, Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Problemen in het 
Byzantijnse Rijk



  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd.
  • Seldjoeken hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus om hulp.

Slide 15 - Tekstslide


Een Heilige Oorlog




  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 8
8a - Met welke tekst uit deze paragraaf kun je deze tekst goed vergelijken?
  • Met de tekst over de Verovering van Jeruzalem

8b - Tudela woonde in het gebied dat door de kruisvaarders werd aangevallen. Hij kende veel Albigenzen persoonlijk. Maakt dit zijn verhaal betrouwbaarder, of juist niet?
  • Het maakt zijn verhaal minder betrouwbaar. Waarschijnlijk zijn veel kennissen van hem vermoord, waardoor hij boos en verdrietig is. En dan overdrijft hij misschien een beetje in zijn verslag.

Slide 18 - Tekstslide


Waarom zou je meevechten?



  1. de Heilige stad bevrijden.
  2. Hun zonden konden vergeven worden door de kruistocht, dus als straf.
  3. Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen.
  4. Ridders kunnen eigen koninkrijken stichting

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Jeruzalem wordt heroverd
1099



  • Jeruzalem wordt door de kruisridders heroverd op de moslims.
  • In Jeruzalem slachtten de kruisvaarders de moslims af, bijzonder aangezien christenen, joden en moslims daar juist vreedzaam naast elkaar leven.

Slide 21 - Tekstslide


Saladin vecht terug


  • De Arabieren, die Jeruzalem ook als een Heilige stad zien, vechten terug.
  • De bekendste strijd is die tussen Richard Leeuwenhart & Saladin.
  • Maar ook bij andere steden en langs de route vindt veel geweld plaats.
  • De eerste Kruistocht was deels succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer.

Slide 22 - Tekstslide


Gevolgen



  1. Ontstaan van Kruisvaardersstaten (zoals het Koninkrijk Jeruzalem)\
  2. Toename handel in Europa (Italië) en het Midden-Oosten.
  3. Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (cijfers) in Europa neemt toe
  4. Jeruzalem wordt in 1187 ingenomen door Saladin

Slide 23 - Tekstslide

Video
Fragment: Kingdom of Heaven (2005)
Aanval op Jeruzalem (1187)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Opdrachten
Inleveren SO

Paragraaf 5,5 - Op kruistocht 
Opdrachten: 1, 2, 5, 6, 8, 10
LB blz. 92 en 93
WB blz. 177 t/m 182



timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting
Aan het eind van deze les:

  • Kun je uitleggen en herkennen wat de oorzaken en gevolgen van de Kruistochten zijn.

  • Kun je verklaren waarom mensen mee gingen op kruistocht.

  • Kun je de betrouwbaarheid van bronnen bepalen aan de hand van het stappenplan. 

Slide 27 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 28 - Tekstslide

Waar komt de naam
kruistochten vandaan?

Slide 29 - Open vraag

Hoeveel kruistochten zijn
er gehouden?
A
7
B
8
C
6
D
9

Slide 30 - Quizvraag

Wie liepen er NIET mee
met de kruistochten
A
moslims
B
arme mensen
C
kinderen
D
soldaten

Slide 31 - Quizvraag

Wanneer waren
de kruistochten?
A
0-500
B
0-1500
C
500-1000
D
1000-1500

Slide 32 - Quizvraag

Waarom werden
Kruistochten georganiseerd?
A
Om het geloof te verspreiden.
B
Om Rome te bevrijden.
C
Om te vechten.
D
Om Jeruzalem te bevrijden.

Slide 33 - Quizvraag

Wat past NIET
bij kruistochten
A
Er vielen veel doden.
B
Het Heilige Land werd voor tijdelijk veroverd.
C
Het waren handelsreizen.
D
De reis duurde jaren.

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn: Kruistochten
A
Oorlog tegen de aanhangers van Islam.
B
Tocht langs een kruispunt.
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden.
D
Een tocht naar een verboden gebied.

Slide 35 - Quizvraag