Argumenteren - les 8 argumentatieschema's

Argumenteren
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Argumenteren - terugblik uitleg argumentatiestructuur
  • Argumenteren - argumentatieschema's
  • Drogredenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Ik kan enkelvoudig, nevenschikkende en onderschikkende argumentatiestructuren onderscheiden.
  • Ik kan argumenatieschema's herkennen en benoemen.
  • Ik kan drogredenen herkennen en benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lubach
Noteer de drogredenen aan het begin (straatinterviews)
Benoem stelling. 
Maak een argumentatiestructuur. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke drogredenen hoorde je aan het begin van de video?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de argumenten van Lubach? En wat was zijn standpunt?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatiestructuren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe noem je dit argumentatieschema?
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
onafhankelijke argumentatie
D
afhankelijke argumentatie

Slide 9 - Quizvraag

geen nevenschikking, het standpunt wordt met 1 argument onderbouwd.
De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema's

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Martha is een goede schrijfster, want ze weet haar lezers altijd te boeien met haar blogposts.

Dit is een argumentatieschema op basis van ...

A
autoriteit
B
kenmerk/eigenschap.
C
vergelijking
D
oorzaak-gevolg

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De scholen moeten later beginnen. In Engeland doen ze dat ook en daar zijn de schoolresultaten ook goed.

Dit is een argumentatieschema op basis van ...

A
autoriteit
B
kenmerk/eigenschap.
C
vergelijking
D
oorzaak-gevolg

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema's

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatie kan gebaseerd zijn op:
• oorzaak en gevolg;
• kenmerk of eigenschap;
• voor- en nadelen;
• voorbeelden;
• vergelijking;
• autoriteit.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oorzaak gevolg
Een feit of een gebeurtenis zal leiden tot een ander feit of andere gebeurtenis.

Je kunt beter op maximale ondersteuning starten (oorzaak en stp), want dan ben je eerder op (kruis-) snelheid (gevolg en arg.) en daardoor (dus) is je stabiliteit beter (gevolg van gevolg en arg.). 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kenmerk of eigenschap
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die groep dat kenmerk ook. Deze gedachte wordt meestal niet expliciet vermeld.

Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch bejegend te worden (argument). Geen wonder dat Kim Jung-un veel moeite heeft met kritiek die hij vanuit het buitenland krijgt (standpunt).

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voor- en nadelen
Bij dit type argumentatie wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen en op basis van de uitkomst wordt er een oordeel uitgesproken.

Alleen voordelen:  argumentatie op basis van voordelen
Alleen nadelen:      argumentatie op basis van nadelen


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voor- en nadelen
Als iemand een tussenjaar neemt, is hij misschien wel meer gemotiveerd voor zijn vervolgstudie. Ook is een jaartje uitrusten natuurlijk niet zo gek (voordelen: argumenten vóór). Daar staat tegenover dat zo iemand wel helemaal uit zijn studieritme raakt en daar misschien ook nooit meer echt goed in raakt, met alle gevolgen van dien (nadelen: argumenten tegen). Een tussenjaar nemen is niet altijd verstandig (standpunt).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vergelijking
Er wordt een vergelijking wordt gemaakt tussen twee gevallen en er een overeenkomst wordt geconstateerd: omdat het in het ene geval zo is, zal het bij het andere ook wel zo zijn.

Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen (standpunt); de docenten in het voortgezet onderwijs kregen laatst immers ook niet meer salaris (argument).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden
Een standpunt kan ondersteund worden door voorbeelden. Die voorbeelden zijn dan de argumenten.

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega’s (standpunt)Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij ’s middags wel in de sportschool was en met het bedrijfsuitje ging hij ook al niet mee (argumenten).

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

autoriteit
Wanneer een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of een gezaghebbende bron, bijvoorbeeld een wetenschappelijk onderzoek, heet dat argumentatie op basis van autoriteit.

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhooggaan (standpunt). De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst in een interview ook gezegd (argument).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Ik kan enkelvoudig, nevenschikkende en onderschikkende argumentatiestructuren onderscheiden.
  • Ik kan argumenatieschema's herkennen en benoemen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Fout in argumentatie: 
een argumentatieschema wordt onjuist gebruikt.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
Er wordt een verkeerde oorzaak-gevolgrelatie gelegd:

Sinds de uitvinding van de computer kan niemand meer rekenen.

Ik zal wel een onvoldoende voor Frans hebben, want het was niet stil tijdens de toets.

       
     

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschaps-schema
Er wordt te veel betekenis toegekend aan een bepaald kenmerk.

Diederik is een hooligan, want hij zit onder de tattoos.

Jij houdt vast niet van voetbal, want je bent een meisje.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen
De gevolgen van een handeling worden heel erg overdreven.

Veel huwelijken eindigen in een nare scheiding. Daarom kunnen mensen maar beter niet meer trouwen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: vals dilemma
Als een situatie zo wordt voorgesteld at er maar twee mogelijkheden zijn, terwijl er in werkelijkheid veel meer mogelijkheden zijn.

De regering moet nu maar eens een duidelijke keuze maken: óf meer lessen Nederlands óf een slechte beheersing van de Nederlandse taal.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
Op basis van een of enkele gevallen wordt een conclusie getrokken.

Ik had laatst een uur vertraging toen ik met de trein reisde. Van enige betrouwbaarheid van de NS is absoluut geen sprake meer!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
Er worden twee dingen met elkaar vergeleken, waarbij je je af kunt vragen of die vergelijking wel terecht is.

Zo erg is het ook weer niet dat de bijen uitsterven. De dinosauriërs zijn ook ooit van de aardbodem verdwenen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op het autoriteitsschema
Er worden beroep gedaan op een autoriteit die onbetrouwbaar is, omdat hij bijvoorbeeld belangen heeft bij de zaak of omdat hij op het betreffende gebied geen autoriteit is.

De chips van Lays zal wel lekker zijn, want Messi maakt er reclame voor.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra oefening
Zie extra opdrachten in Teams. 
Maak deze zelfstandig in een document en lever deze in. 
timer
15:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je je doelen gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies