Communicatieve Vaardigheden les 3 Gesprekstechnieken

Communicatieve vaardigheden 
Gesprekstechnieken
Alles wat je aandacht geeft groeit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandhavingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Communicatieve vaardigheden 
Gesprekstechnieken
Alles wat je aandacht geeft groeit

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

Slide 3 - Woordweb

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
- knikje, 'mimiek'
- luistergeluiden [hmhm]
- de ander laten uitpraten
- samenvatten / doorvragen




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

SOORTEN VRAGEN
- open vragen 
- reflecterende vragen
- indirecte vragen
- gesloten vragen 
- suggestieve vragen
- directe vragen 

Slide 7 - Tekstslide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)
- reflecterende vragen             (Wat verwacht je ervan?)
- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)
- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)
- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)
- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Slide 8 - Tekstslide

Wat denk je dat een gesprekstechniek inhoudt?

Slide 9 - Open vraag

Gesprekstechnieken
Een korte definitie: “het bewust hanteren van de volgorde van een gesprek met bewust gebruik van communicatietechnieken, met als doel kennis te delen, een houding te beïnvloeden of gedrag te veranderen.” 

Slide 10 - Tekstslide

Functie van gesprekstechnieken
  • Als hulpmiddel om de communicatie te verbeteren
  • Als hulpmiddel om miscommunicatie te voorkomen
  • Als hulpmiddel het doel van het gesprek te behalen
  • Als reminder wat wel en niet te doen of te zeggen

Slide 11 - Tekstslide

10 gesprekstechnieken

Slide 12 - Tekstslide

Alle 10 op een rij
1. Wees een OEN. Open, Eerlijk en Nieuwsgierig 
2. Laat OMA thuis. Oordelen, meningen, aannames 
3.  Gebruik LSD. Luisteren, Samenvatten en Doorvragen 
4. Raak de KLUTS niet kwijt. Kijken, Luisteren, (Uit)vragen, Toetsen en Samenvatten
5. Neem ANNA mee. Altijd Navragen, Nooit Aannemen
6. Smeer NIVEA. Niet Invullen Voor Een Ander
7. Maak je niet DIK. Denk in Kwaliteiten of Denk in Kansen
8. Doe als een KOE. Kaken Op Elkaar
9. Wees een HELD. Herkennen, Erkennen, Loslaten en Doorgaan
10. Doe het VAAK.  Verwachtingen, Afspraken, Aanspreken en Kalibreren 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Gebruik LSD:
* Neem een luisterende houding aan. Hoe ziet deze eruit?
Toon interesse, wees uitnodigend (verbaal en non-verbaal)
* Vraag door; Wissel daarbij open en gesloten vragen af.
* Laat de ander meer aan het woord zijn dan jij zelf. 
* Vat regelmatig in eigen woorden kort samen, zonder mening of oordeel, wat de ander gezegd heeft en vraag of het klopt.

Slide 15 - Tekstslide

Geef ruimte aan emoties
* Benoem de emoties die je waarneemt
of benoem de interne dialoog.

* Gebruik je eigen expertise als 
professional en erken de expertise van 
je cliënt over zijn eigen situatie.                                  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Raadspel
Jullie raden wat mijn bizarre hobby is. 

Er is 1 spelregel: je mag niet vragen: “Wat is jouw hobby?” 


Slide 18 - Tekstslide

Raadspel
Voor de ondervrager:
Nadat je je vraag gesteld hebt mag de buurman/vrouw aan de linker kant vertellen wat voor soort vraag dit was. Daarna geeft de verteller pas zijn/haar antwoord.

Slide 19 - Tekstslide

We hebben nu:
  • Luisteren
  • ....
  • Vertellen.....                                   Welke missen we?

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Tekstslide