Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hoe gaat het?
Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!
Slide 1 - Tekstslide
Meedoen met lessonup
Open de laptop en zet hem aan
Log in met je eigen emailadres en het wachtwoord
In Google toets je als zoekterm in:
lessonup app
klik lessonup app aan
Voer de code in
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen van de theorie van scheidbare werkwoorden
Zinnen maken met scheidbare werkwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Na deze les kunnen jullie zinnen maken met scheidbare werkwoorden.
Slide 4 - Tekstslide
Het scheidbare werkwoord
Deze hond vindt het niet leuk dat we hem uitlachen!
uitlachen = lachen + uit
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord heeft 2 woorden:
eenwerkwoord en een ander woordje.
schoonmaken= schoon+maken
aankomen= aan+komen
nadenken= na+ denken
Slide 6 - Tekstslide
Noem 2 scheidbare werkwoorden
Slide 7 - Woordweb
Hoe gebruik je een scheidbaar werkwoord?
Je schrijft eerst wie/wat. Dan het werkwoord wat je aan aanpast aan de wie/wat. Het andere woord staat op de laatste plaats in de zin:
Ikmaak de keuken schoon.
De trein komt om 10:00 uuraan.
Wijdenken eerst na.
Slide 8 - Tekstslide
Ik lach hem niet uit!
Wat is de wie/wat?
A
ik
B
hem
Slide 9 - Quizvraag
Ik lach hem niet uit!
Wat is het scheidbare werkwoord?
A
lachen
B
uitlachen
Slide 10 - Quizvraag
Ik ga de straat oversteken.
Wat zijn de werkwoorden?
A
ik + ga
B
over + steken
C
ga + oversteken
D
ik + de straat
Slide 11 - Quizvraag
Twee werkwoorden in de zin?
Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het eerste werkwoord pas je aan aan de wie/wat. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin.