L1 vaktaal - leesvaardigheid

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek?
  
• Schrift
• Pen
• Laptop (dichtlaten!)

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Tekst opdracht
• Opzoeken woorden
• Soorten teksten
• Huiswerk
• Evaluatie les

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lesdoelen

• Aan het eind van deze les kun je een instructieve tekst lezen en begrijpen.
  
• Aan het eind van deze les weet je hoe je moeilijke woorden/begrippen opzoekt.
  
• Aan het eind van deze les weet je hoe je teksten over je beroep leest.

https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/nederlands/referentiekader-taal/@4341/kijkwijzers-beter/

Zelfstandig werken

• Lees de tekst
• Markeer alle woorden die je niet begrijpt.
  
  
  
  
  

Klaar? Maak een lijst van alle woorden en probeer op te zoeken wat ze betekenen. 

Opzoeken van woorden

Hoe zoek je een onbekend woord op?

Wat is het verschil tussen een informatieve en instructieve teksten?

Wat voor tekst heb je net gelezen?

Lezen 3.2 Instructieve teksten

Doel: 

Je herkent de opbouw van instructieve teksten en je weet hoe je een instructie moet gebruiken. 

Wat is het doel van een instructieve tekst?
Een instructie geeft je informatie en uitleg over hoe je iets moet doen of hoe iets werkt.

Wat zijn instructieve teksten?

Kenmerken van instructieve teksten

• Stappen; een instructie is in stappen, fases, stukjes etc.
• Nummering, dots
• In een instructie staan vaak doe-woorden.
• Feiten
• Chronologische volgorde (signaalwoorden)
• Tekeningen, plaatjes, foto's 
• Technische handleiding (instructie en informatie)
• Quick start (snel beginnen)

Instrueren

Als het leesdoel instrueren is, wil de schrijver dat de lezer aan de hand van instructies weet hoe hij iets moet doen of gebruiken.

Tekstopbouw instructieve tekst

• Stapsgewijs weergegeven informatie;
• Stappen in een vaste, chronologische volgorde;
• Signaalwoorden die de stappen inleiden zoals ‘ten eerste’, ‘ten tweede’, ‘daarna’, ‘vervolgens’, ‘tenslotte’.

Welke instructieve
teksten ken je?

Wat is je leesdoel bij een instructieve tekst?

1. iemands mening te weten komen
2. leren hoe je iets moet doen
3. antwoord krijgen op vragen over een onderwerp

Waar moet je op letten om te weten of de tekst betrouwbaar is?

1. wie is de schrijver?
2. de bron (waar komt de informatie vandaan)
3. hoe oud is de informatie?
4. kun je de informatie controleren?

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Gevoelens oproepen

Mening geven

Instrueren

Zelfstandig werken

• Lees de instructie.
• Staan er woorden in die niet begrijpt. 
• Beantwoord de vragen over de instructie.
• Schrijf nu zelf een instructie over het gebruik van een microscoop. Wat is belangrijk? Waar moet je opletten? Welke stappen voer je uit. 
  

Klaar?  Maak een eigen Quizlet met de woorden hoofdstuk 12 van je biologieboek die je niet begrijpt. 

Samenwerken

• Lees de instructie.
  
• Staan er woorden in die niet begrijpt.
  
• Beantwoord de vragen over de instructie.
  
• Schrijf nu zelf een instructie over het gebruik van een microscoop. Wat is belangrijk? Waar moet je opletten? Welke stappen voer je uit.
  
  
  
• Klaar? Maak een eigen Quizlet met de woorden hoofdstuk 12 van je biologieboek die je niet begrijpt. 

Huiswerk

Datum:
.....

Maak:
Verslag

 

Lesdoelen

• Aan het eind van deze les kun je een instructieve tekst lezen en begrijpen.
  
• Aan het eind van deze les weet je hoe je moeilijke woorden/begrippen opzoekt.
  
• Aan het eind van deze les weet je hoe je teksten over je beroep leest.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!