2) Redactiesommen 8

Rekenen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de uitkomst?
6285 + 3463 + 215 =

Slide 2 - Open vraag

Uitleg: hoe reken ik procenten van een bedrag uit.
Uitleg: Hoe reken ik korting uit?
voorbeeld: ik krijg 22% korting op 50 euro
maak altijd een verhoudingstabel
1%
10%
100%
0,50
5
50
Nu je het volledige bedrag onder 100% hebt gezet, weet je ook wat 10% en wat 1% is. De komma verschuift gewoon. Nu kan je optellen. 2x 10%= 10
2x 1%= 1   Totaal 11 euro korting, die moet dus van 50 euro af!  50-11= 39 euro nieuwe prijs!

Slide 3 - Tekstslide

Laura wil graag een nieuwe fiets voor het voortgezet onderwijs. Ze heeft een mooie fiets gezien van 600 euro. Er is nu 33 procent korting. Hoeveel euro moet ze betalen? ... euro

Slide 4 - Open vraag

Bij een spelletjesavond is plaats voor 350 mensen. Gister was 60% volgeboekt. 2 op de 6 mensen was onder de 18 jaar. Hoeveel volwassenen deden gister mee aan de spelletjesavond?

Slide 5 - Open vraag

Uitleg vorige som:
Er is plaats voor 350 mensen, maar die zijn gisteren niet gekomen. 60% van 350 mensen hadden een kaartje.
Dat zijn 210 mensen.
Van die 210 mensen is ......... deel onder de 18 jaar.

Dat zijn 210 mensen : 6=....   x2= .... 
Weet je nog? delen door het onderste x het bovenste van een breuk. 210:6=35    35x2=70, 
van de 210 mensen zijn 70 mensen niet volwassen. Het antwoord is dus 140 mensen zijn wel volwassen.
62

Slide 6 - Tekstslide

Op een vel stickers zitten 6 rijen van 9 stickers. Per maand verkoopt Isabella 648 stickers. Hoeveel vellen zijn dan verkocht? ... vellen

Slide 7 - Open vraag

Uitleg
Op 1 vel 54 stickers (6x9)
totaal aantal stickers is 648
648 : 54= 12

Slide 8 - Tekstslide

Reken de som uit...
8,63 + 3,4 =
A
13,03
B
12,33
C
12,30
D
12,03

Slide 9 - Quizvraag

Uitleg vorige som
Wanneer je deze fout had, heb je de som niet met de komma's onder elkaar gezet. (na de komma mag je extra 0 zetten als jij die nodig hebt om een som goed uit te rekenen)

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel is een half procent van 800?

Slide 11 - Open vraag

Uitleg
0,5%
1%
10%
100%
4
8
80
800

Slide 12 - Tekstslide

Reken uit...
4,23 + 2,6
A
6,08
B
6,83
C
5,83
D
6,38

Slide 13 - Quizvraag

Bij een energiebedrijf verdienden de mensen 2058 euro per maand. Hoeveel is dat ongeveer per jaar? Rond af op duizendtallen. ... euro

Slide 14 - Open vraag

Uitleg
Een jaar heeft 12 maanden. 12 x 2000 euro is 24.000
12 x 60 euro is 720   
Bij elkaar is dat ongeveer 25.000 euro.

Slide 15 - Tekstslide

Chris werkt bij een bedrijf waar ze hekwerken controleren. Vandaag zijn er 6 op de 8 in orde. Chris heeft er vandaag 16 gecontroleerd. Hoeveel waren er in orde?

Slide 16 - Open vraag

Uitleg:
6 op de 8 dat is ........ van 16.

Delen door het onderste getal x het bovenste getal is:
16 : 8=2     2x6= 12      Er waren van de 16 hekwerken dus 12 goed.
86

Slide 17 - Tekstslide

Hijs gaat om 15:06 uur weg met de fiets. Jordy ging 69 minuten eerder weg. Hoe laat vertrok Jordy?
A
13:57
B
13:47
C
13:16
D
13:59

Slide 18 - Quizvraag

Uitleg:
 15.06 - 69 minuten           1 uur is 60 minuten.
15.06 - 60 minuten (1uur)  = 14.06 nu nog 9 minuten er af
eerst 6 minuten = 14.00 daarna nog 3 minuten
13.57 uur.

Slide 19 - Tekstslide

Piet print voor zijn vader 195 bonnen. De printer is erg traag en print 5 bladzijden per minuut. Hoeveel minuten is Piet bezig? ... minuten

Slide 20 - Open vraag

Uitleg:

5 bonnen in 1 minuut
totaal 195 bonnen
195  :  5 =........minuten
39 minuten

Slide 21 - Tekstslide

Jula is haar smartphone aan het updaten. Ze ziet dat de hele update ongeveer 20 minuten zal duren. De smartphone is nu op 80%. Hoe veel minuten moet ze nog wachten tot dat het klaar is? ... minuten

Slide 22 - Open vraag

Uitleg:

Nu kan je 100% - 20%=
of je doet 
50% +10%+10%+10%= 
10%
50%
100%
2 min
10 min
20 min

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide