Persoonsvorm tegenwoordige tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Woordenschat les 16-20

15 minuten:

Leer de woorden van les 16, 17, 18, 19 en 20

Zoek het woord ‘consumeren’ en maak er een goede zin mee

Welke 2 woorden horen bij elkaar/hebben iets met elkaar te maken?

1. Chronisch/diabetes
2. Concluderen/passief
3. Immigrant/doofstom
4. Animatie/verzadigd

Welk woord hoort er niet bij?

1. Essentieel
2. Souplesse
3. Noodzakelijk
4. Belangrijk

Wat betekent ‘consument’

1. Iemand die iets koopt of verbruikt
2. Overeenstemming in vorm
3. De gegevens, de informatie
4. Het niet kunnen lezen of schrijven

Welk woord past in de zin:
De dokter heeft wel een medicijn om die ziekte te …….

1. concluderen
2. bevorderen
3. wantrouwen
4. verhelpen

Wat betekent ‘analyseren’

1. wort
2. Grondig onderzoeken en beoordelen van gegevens
3. wordt

Wat klopt hier niet?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(draaien) Hij ... er altijd omheen.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Achmed ........... (vertellen) aan zijn moeder dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.

De ballon (belanden) in de boom.

Ik (vinden) er niets aan.

De kip (broeden) al 2 weken.

(Houden) jij ook van nasi?

Hij (schelden) iemand uit.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(bedoelen) Wat ... u daarmee?

(vinden) je deze les ook zo leuk?

1. vin
2. vint
3. vindt
4. vind

Armand (vinden) het hopelijk wel wat.

1. vind
2. vint
3. vindt

Als Rania nu eens een beetje (opschuiven)...

1. opschuift
2. opschuifd
3. opschuivt
4. opschuivd

Ik hoop dat ik volgende week, als er een toetsweek is, niet ziek (worden).

1. word
2. wordt
3. worden
4. werd

(Beantwoorden) de volgende vraag.

1. Beantwoordt
2. Beantwoorden
3. Beantwoord
4. Beantwoort

(melden) jij het altijd als je je boeken bent vergeten?

1. Meld
2. Meldt
3. Meldde
4. Melt

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?

😒🙁😐🙂😃

Einde Les