Wat: Vragen stellen en antwoord geven
Hoe: in tweetallen
Je stelt 4 vragen aan je buur
Je buur geeft antwoord. Vervang de dikgedrukte tekst met je eigen informatie
Draai de rollen om
Hulp?: 1. Vraag het aan een klasgenoot. 2. Steek je vinger in de lucht, wacht op docent
Tijd: 5 minuten
Klaar? Maak opdracht 5a.
Resultaat: Antwoorden delen met de klas.