TH1 Hoofdstuk 2 Parler

TH1 Hoofdstuk 2 Parler
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TH1 Hoofdstuk 2 Parler

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour et Bienvenue
Mars 2023
Prenez tes affaires (ton livre, ton stylo et ton cahier)
werkblad?
apprendre leren met wozzol?
socrative?
choisissez 
   (Kies)

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
4 zinnen met apprendre 4, 5 en 6
5 minuten 
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Le but:  kunnen zeggen in het Frans of iets van 'jouw' is of van 'mij', van 'hem, haar, hen, uw of jullie' (TH1I)

afgelopen lessen heb ik geleerd over het 1. ….. ............ Hiermee kan ik aangeven of iets van 2. ….. Is of van 3. …… anders.
In het Frans heb je drie soorten namelijk : 4. ….. ..........5. ............. en 6.……..........
Als iets van mij/mijn is dan kan ik dat in het Frans vertalen door: 7 …. ........8…........... of 9……..........
Als iets van hem of haar is vertaal ik dat door: 10 …............ 11. …. ..............12. …..............
Als ik een Franse zin met 'son, sa, of ses' moet vertalen naar het Nederlands moet ik kijken naar 13 .............................. om te weten of ik het moet vertalen met zijn of haar. 
Bij het toepassen van de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord in het Frans is er één uitzondering. Als een zelfstandig naamwoord 14................. is en begint met een 15 ...... of een 16............ dan moet ik kiezen voor de 17................. vorm van het bezittelijk voornaamwoord. voorbeeld: L'adresse (het adres) wordt dan 18.............. (mijn) adresse 




Slide 5 - Tekstslide

Unité 2
2.1 Regarder
2.2 Lire
2.3 Grammaire 1 la verbe "avoir"
________________________________________________________________So1
2.3 Écouter (page 51)
2.4 Grammaire 2 "het bezittelijk voornaamwoord (page 54)
 2.5 Parler (page 57)
2.6 Écrire (page 61)
_________________________________________________________________SO 2
extra oefenen 
_______________________________________________Mondeling in 2 tallen + luistertoets

Slide 6 - Tekstslide

Contrôlez exercice 17
Eigen antwoorden, bijv. Eric, Amélie, etc.
B
1 hoort bij opa
2 hoort bij katten
3 hoort bij vader
4 hoort bij zus
5 hoort bij broer
6 hoort bij hond
7 hoort bij moeder
8 hoort bij krokodil


timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Au traivail 
Faites 
Exercice 18, 19, 20, 21, 22 page 58

10 min in stilte 

daarna fluisteren
Fini? leer apprendre 8 
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Voorkennis: wat weten jullie nog? 
opdr. 17C ma mère s'appelle..

Slide 9 - Tekstslide

Contrôlez exercice 18 page 58
EXERCICE 18 – GRAMMATICA

1 ma famille
2 ton père
3 mon grand-père
4 ta sœur
5 ma cousine
6 mon chat
7 mes chiens

Slide 10 - Tekstslide

Contrôlez exercice 19 page 58


EXERCICE 19 – GATENTEKST
ma mère / quatre / chez ton père ou chez ta mère


Slide 11 - Tekstslide

Contrôlez exercice 20 page 58
EXERCICE 20 – HANDIGE ZINNEN

1 Tu habites où ?
2 Tes parents sont divorcés ?
3 Je suis fils unique.
4 J’habite chez ma mère.
 
Geef antwoord op de zinnen in je schrift. 

Slide 12 - Tekstslide

Contrôlez exercice 21 page 59
EXERCICE 21 – HANDIGE ZINNEN
B
1 Il a quel âge ?
2 Il a cinq ans.
3 Tu as un chien ?
4 Non, j’ai un cheval.

 
Geef antwoord op de zinnen in je schrift. 

Slide 13 - Tekstslide

Contrôlez exercice 22 page 59
EXERCICE 22 – VOCABULAIRE

1 seul
2 mignon
3 âge
4 cheval
5 cousine
6 chez
7 oncle
8 weekend

Slide 14 - Tekstslide

2.5 Parler page 57
Le but
je kunt vragen stellen en beantwoorden over waar en met wie je woont, je leeftijd en die van familie en vrienden

Slide 15 - Tekstslide

au travail 
  1. Commencez avec "parler" page 57
  2. faites Exercice 17 A B C 
  3.  17C --> maak 10 zinnen + antwoord zinnen schrijf deze zinnen in je schrift. Ga dan met je voisin/voisine deze zinnen uitspreken.
  4. fini? --> faites exercice 18 et 19, 20, 21 et 22 page cinquante-huite
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

au travail 
Faites exercice 22 
Geef antwoord op de vragen 

timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoel gehaald?
Geef antwoord op de vragen.
Le but
je kunt vragen stellen en beantwoorden over waar en met wie je woont, je leeftijd en die van familie en vrienden

1. tu habites où?
2. tu as quel âge?
3. ta mère s'appelle comment? et elle a quel âge?
4. tes amies s'appellent comment? 
5. tu as un animal?

Slide 18 - Tekstslide