Herhaling Ecologie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, havo
• Leerjaar 4

Ecologie - Herhaling

Voedselketen

Voedselweb

Piramiden van aantallen

Hoe groot is het aantal individuen in een schakel.

Meestal komen er minder individuen voor in een schakel dan in de schakel ervoor.

Piramiden van Biomassa

Een piramide van biomassa heeft altijd de vorm van een piramide

Fotosynthese

Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Nodig voor fotosynthese:

1. Koolstofdioxide
2. Water
3. Zonlicht

Producten van fotosynthese:

1. Glucose (suiker)
2. Zuurstof

Verbranding bij organismen

Ieder levend wezen doet altijd aan verbranding!

Verbranding is niet altijd even hoog; als je beweegt verbrand je meer/sneller

Elke cel doet aan verbranding

Koolstofkringloop

koolstofkringloop

fotosynthese

koolstofkringloop

koolstofkringloop

koolstofkringloop

koolstofkringloop

1

2

2

2

3

3

4

5

6

7

8

Optimumkromme

Schommelingen in de natuur.

Abiotische factoren kunnen veranderen, heel warm of heel koud. 

De overlevingskans kun je per soortbepalen via een optimumkromme. In welke factoren kan de soort het beste overleven.

Plant in droog milieu:

• Weinig huidmondjes
• Dikke waslaag
• Klein bladoppervlak

Plant in vochtig milieu:

• Veel huidmondjes
• Dunne bladeren
• Grote bladeren

Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?

1. doordat hij wit is
2. doordat hij hele grote oren heeft
3. door hard te rennen

Bij welke dieren is vaker sprake van een gestroomlijnd lichaam

1. Landdieren
2. Waterdieren
3. Vliegende dieren
4. Bij alle soorten evenveel

Water is een voorbeeld van een

1. biotische factor
2. abiotische factor

Takjes om een nestje te bouwen zijn een

1. biotische factor
2. abiotische factor

Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.

1. juist
2. onjuist

Invloeden van het milieu

levende factoren

levenloze factoren

Vossen en konijnen die in het zelfde bos leven vormen samen een leefgemeenschap.

1. juist
2. onjuist

Een weiland

1. Individu
2. Levensgemeenschap
3. populatie
4. ecosysteem

Hoe noemen we een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten

Tot welk niveau horen boomalgen die op een boom zitten?

1. Populatie
2. Ecosysteem
3. Orgaan
4. Organisme

Waarmee begint elke voedselketen?

voedselketen 

schakel = deel van een voedselketen.

De eerste schakel van een voedselketen is altijd een plant.

De tweede schakel is altijd een planteneter. 

De derde schakel is altijd een vleeseter 

• Producenten = planten
• 
  
• consumenten = dieren
• 
  
• reducenten = bacterien en schimmels

Kringloop

De producenten, consumenten, afvaleters en reducenten vormen een kringloop. 

Voedselweb/voedselnet

Producent, Consument of Reducent?

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Producent, Consument of Reducent?

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Producent, Consument of Reducent?

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Welke voedselketen is goed genoteerd?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?

1. producenten
2. consumenten
3. reduceren

Aanpassingen van dieren

Dieren hebben zich in de loop van tijd aangepast aan hun omgeving zodat ze de grootste overlevingskans hebben

voorbeelden...

Waterdieren

-Kieuwen en vinnen
-Gestroomlijnd

Landdieren

-Stevige botten
-Poten (zoolgangers, topgangers, teengangers)

Vogels

-Poten
-Snavels
-Veren

Een voorbeeld van een topganger is...

1. Een kat
2. Een beer
3. Een paard
4. Een mens

Deze poten zijn van een....

1. steltloper
2. loopvogel
3. roofvogel
4. watervogel

Aanpassingen bij planten

Droge omgeving/ Vochtige omgeving
-Waslaagje
-Huidmondjes
-Formaat bladeren

Licht
-Zonplanten en schaduwplanten
-Klimplanten

 

aanpassingen van planten om beter te overleven

Temperatuur

Water

Licht

Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?

1. omdat het dan lekker warm is
2. Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
3. Iedere plant bloeit in het voorjaar

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?

1. Grote, platte bladeren
2. Kleine, dikke bladeren
3. een klein wortelstelsel
4. een groot wortelstelsel

Welke aanpassing hebben bloemen niet als functie om de kans op bestuiving te vergroten

1. Grote bloemen
2. Gekleurde bloembladeren
3. Geur
4. Groene kroonbladeren

Einde presentatie!

Uilenballen practicum!

Wat kan je vinden?

Maak een voedselketen

In de uilenbal zitten schedels, met tandjes.

Kies een aantal botjes uit waarmee je een voedselketen kunt maken, let op: je begint altijd bij een plant...