Par. 5.3 Hoofd- en bijzaken

Lesdoelen
Samenvatting kernzinnen
Hoofd- en bijzaken onderscheiden

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Samenvatting kernzinnen
Hoofd- en bijzaken onderscheiden

Slide 1 - Tekstslide

22 oktober 2024
Wat: Par. 5.3
Wanneer: 11:20-12:10 + 14:20-15:10
Hoe: Gezamelijk/zelfstandig werken
Klaar: Par. 5.3 opdrachten maken
HW: Par. 5.3 opdrachten maken/ Zie magister
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: Hoofd- en bijzaken in een tekst

Slide 2 - Tekstslide

Als je een samenvatting maakt, dan zet je alle kernzinnen achter elkaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Samenvatting met kernzinnen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 5 - Quizvraag

Kernzin en toelichting
De kernzin:
- geeft informatie over het deelonderwerp
- is de belangrijkste zin uit de alinea 
- Vaak de 1ste zin v/d alinea


De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin, een uitleg , cijfers,  een voorbeelden of feiten


Slide 6 - Tekstslide

Waaruit bestaat een samenvatting?
Hoofdzaken van een tekst. 
( Alle kernzinnen van de belangrijke alinea's achter elkaar). 
Een kernzin is namelijk een mini-samenvatting van de alinea.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen hoofd- en bijzaken?

Slide 8 - Woordweb

HOOFDZAKEN

- Signaalwoorden laten zien op welke manier hoofdzaken en bijzaken met elkaar samenhangen. Je kunt aan signaalwoorden zowel hoofd- als bijzaken goed herkennen. 


- Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden


Slide 9 - Tekstslide

Belang van hoofdzaken
Minder tijd kwijt aan het lezen van een tekst.
Informatie sneller verwerken en dus meer tekstbegrip.
Informatie makkelijker onthouden. 
Beter verbanden leggen in de tekst (signaalwoorden)
Tot slot samenvatten of in je eigen woorden vertellen wat je hebt gelezen.

Slide 10 - Tekstslide

BIJZAKEN

- Minder belangrijke informatie over het onderwerp


- Bijzaken kun je weglaten in een tekst. 

Je snapt de tekst dan nog steeds. 

Bijzaken zijn de uitleg of voorbeelden



Slide 11 - Tekstslide

Een paar voorbeelden met signaalwoorden:


Bijvoorbeeld, zoals en onder andere laten zien dat er voorbeelden volgen.  
(= bijzaak)
Maar laat een tegenstelling zien. Soms een (= bijzaak), soms juist een belangrijk contrast (= hoofdzaak).
Kortom, samengevat of dus laat een conclusie zien. (= hoofdzaak)

Een komma (geen signaalwoord, wel een signaal-leesteken) laat zien dat er een bijzin volgt. Vaak staan hierin de bijzaken.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht:

 School dicht om spinnenplaag

Oefening

We lezen samen een tekst. Daarna krijg je hier vragen over. Deze gaan over of een zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak is. 


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Noteer per alinea de kernzin/hoofzaak.


Slide 15 - Open vraag

Noteer per alinea de kernzin/hoofzaak.

Slide 16 - Open vraag

Hoofdzaak of bijzaak?
De valse weduwe houdt van
warme, donkere plekken.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 17 - Quizvraag

Hoofdzaak of bijzaak?
De Britse school 'Dean
Academy' is gesloten.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 18 - Quizvraag

Hoofdzaak of bijzaak?
De spinnen zijn ontdekt in het computerlokaal.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 19 - Quizvraag

Hoofdzaak of bijzaak?
De 'Dean Academy' heeft geen
herfstvakantie of ijsvrij.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 20 - Quizvraag

WHHTUK
Wat: Oefenen met samenvatten van kernzinnen/hoofdzaak 
(opdrachten 12+16)
Hoe: zelfstandig werken
Hulp: Leertekst par. 5.3
Tijd: 15 min
Uitkomst: leren samenvatten kernzinnen/hoofdzaak
Eerder klaar: Par. 5.3 opdrachten 11+15+17+22+24

Slide 21 - Tekstslide

Welke uitspraak over kernzin is waar?

Een kernzin:
A
is een samenvatting van de alinea
B
bevat de hoofdzaken van de alinea
C
is altijd de eerste zin van de alinea
D
is niet in alle alinea's aanwezig

Slide 22 - Quizvraag

Het tegenovergestelde van hoofdzaken is bijzaken.

Bijzaken kunnen zijn: )meerdere antwoorden zijn goed
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
details
D
uitleg

Slide 23 - Quizvraag

Je vindt ze in de kernzin van de alinea.
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 24 - Quizvraag

Een samenvatting van het onderwerp kun je vinden in:
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding en slot
C
Middenstuk en Slot
D
Inleiding, middenstuk en slot

Slide 25 - Quizvraag

'Samenvatten'
Wanneer?
A
Voor het lezen
B
Tijdens het lezen
C
Nooit
D
Na het lezen

Slide 26 - Quizvraag

Wat schrijf je in een samenvatting.
A
hoofdzaken en bijzaken
B
bijzaken
C
hoofdzaken
D
oorzaken

Slide 27 - Quizvraag

Vooruitblik
Hoofdgedacht van de tekst
HW: Par 5.3 afmaken 

Slide 28 - Tekstslide