3.3 Zeestromen

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zeestromen
Bron lesson up:
aardrijkskunde.dzb.be

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
* Je kent het verschil tussen warme en koude zeestromen, de thermohaliene circulatie en de rol van de diepwaterpomp.
* Je begrijpt de wijze waarop zonne-energie de mondiale oceanische circulatie aandrijft.

Slide 3 - Tekstslide

Verdeling warmte

  • Grote verschillen tussen instraling.
  • Verdeling warmte door wind en zeestromen.



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Dichtheidsverschil drijft zeestromingen aan
Warm water heeft een lagere dichtheid dan koud water. Beschrijf in eigen woorden hoe (bijvoorbeeld) de zeestroming tussen Groenland en Noord-Amerika aangedreven wordt (bekijk zeker de figuur op de volgende bladzijde). Duid op de kaart aan waar elders op aarde oceaanwater naar de diepte stroomt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Zowel zeestromen als windstromen hebben op het noordelijk halfrond een afwijking naar links
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Zeestromen
Zie GB editie 54 kaartblad 222 / editie 55 kaartblad 244
  • Zeestromen volgen de overheersende windrichting! (althans aan de oppervlakte)
  • Warme zeestromen (vanuit een warm gebied
  • Koude zeestromen (vanuit een koud gebied)

Slide 17 - Tekstslide

          Aangeven welke invloed atmosferische circulatie en zeestromen hebben op klimaat- en landschapsgebieden
  • Warme zeestroom: zorgt voor warmte, regen en ijsvrijehavens tot aan Moermansk toe

  • Koude zeestroom: zorgt voor extra koud klimaat. In subtropen: voorkomen woestijnen; koude zeewater koelt de lucht erboven af, waardoor deze weinig vocht kan vasthouden.

Slide 18 - Tekstslide

Oceanische circulatie: zeestromen

Slide 19 - Tekstslide

Thermohaliene circulatie

Slide 20 - Tekstslide

Thermohaliene circulatie
Thermo = temperatuur
Haliene = zoutgehalte

Slide 21 - Tekstslide

Opname van warmte door de oceaan

Op de kaarten op de volgende bladzijde zie je de warmteopname door de oceanen. Positieve waarden geven een opname aan, negatieve aan afgave van warmte aan de atmosfeer. Los daarna de vragen op.

Slide 22 - Tekstslide

warmteopname door de oceanen
zeestromingen in de Atlantische Oceaan

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Leg uit hoe de Thermohaliene circulatie werkt. (Gebruik evt. je lesboek)

Slide 29 - Open vraag

Waar wordt de meeste warmte genomen? Uiteraard in het evenaarsgebied, maar ook nog ergens anders. Waar?

Slide 30 - Open vraag

Is de noordelijke Atlantische Oceaan een gebied waar de oceaan warmte opneemt of eerder afstaat aan de atmosfeer?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoelen:
* Je kent het verschil tussen warme en koude zeestromen, de thermohaliene circulatie en de rol van de diepwaterpomp.
* Je begrijpt de wijze waarop zonne-energie de mondiale oceanische circulatie aandrijft.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video