Introductie 2 tijdbalken

Introductie geschiedenis
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Introductie geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen
  • Uitleg 

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit hoe een tijdbalk werkt
  • Hoe ziet de tijdbalk eruit?
  • Wat staat er in de tijdbalk?
  • Waarom gebruik je een tijdbalk?
  • Waar moet je op letten bij het maken van een tijdbalk?

Slide 3 - Tekstslide

Tijdbalk

Slide 4 - Woordweb

Je kan onderscheid maken tussen:
  • Dagen
  • Maanden
  • Jaren
  • Eeuwen
  • etc
Met jaren geven we aan hoe lang iets geleden is

  • Tweede Wereldoorlog is 75 jaar geleden 
  • Aarde --> 4,6 miljard jaar (4.600.000.000 jaar)

Slide 5 - Tekstslide

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 6 - Tekstslide

Tijdbalk 
  • Verschillende jaartellingen: Joodse, Islamitische, Christelijke 

  •  Christelijke jaartelling gebruiken wij nu
  • Jaartelling begint bij geboorte Christus, in het jaar 1.

  • Voor Christus (v.C.) en Na Christus (n.C.)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 12 - Tekstslide

Tijdbalk: Eeuwen
  • 1 eeuw = 100 jaar 
  • 19e eeuw = 1801 - 1900 
  • 16e eeuw = ? 

Slide 13 - Tekstslide

juiste antwoord

Slide 14 - Open vraag

Opdracht 
  • Maak een tijdbalk van 15 centimeter in je schrift
  • Begin 500=  vNC.  
  • Eind =  1000 n.C. 
  • Zet bij elke eeuw een streepje op de balk 
  • Zet jaar 1 op de balk 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 
  • Zet de volgende jaartallen op de juiste plaats op de balk:
  • 350 n.C.
  • 450 v.C.
  • 870 n.C.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3
  • In welke eeuw is: 
  • 67 n.C
  • 134 n.C. 
  • 28 v.C.
  • 379 v.C.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 4
  • Welk jaartal is langer geleden? 
  • 280 n.C. of 380 n.C.
  • 50 v.C. of 50 n.C.
  • 280 v.C. of 380 v.C.
  • 10 v.C. of 110 v.C.
  • 1999 n.C. of 2000 n.C. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht inleveren
  • Je maakt een tijdbalk van de periode van regenten en vorsten.
  • Je noteert de jaartallen+gebeurtenissen in word onder elkaar. 
  • Je kiest een begin en eindjaartal.
  • Je maakt vervolgens op papier de tijdsbalk.
  • Hulp: TB en lessonups 

Slide 19 - Tekstslide