H6 Klimaat

P1 De invloed van de Golfstroom
H6 Klimaat
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

P1 De invloed van de Golfstroom
H6 Klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je... 

...uitleggen hoe de stand van de zon invloed heeft op het klimaat en dag en nacht
...uitleggen hoe zeestromen invloed hebben op het klimaat

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

'Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt'

Slide 20 - Tekstslide

Bij welk getal hoort de onderstaande afbeelding?

Slide 21 - Tekstslide

Bij welk getal hoort de onderstaande afbeelding?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Pooldag en -nacht

Is deze stand van de aarde ten opzichte van de zon  in juni of december?

Slide 24 - Tekstslide

Pooldag en -nacht

Is deze stand van de aarde ten opzichte van de zon  in juni of december?

Poolnacht op de noordpool van december tot maart!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Zeestromen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Invloed van de zee in de zomer:
Hoe verder van de koelere zee, hoe warmer het wordt.
18
22
26
Zomer
In de zomer is het dicht bij de zee nog koeler. Dit komt omdat de zee dus in de winter heeft kunnen afkoelen en niet snel opwarmt in de zomer. Om die reden wordt de lucht boven de zee afgekoeld (omdat het water niet warm is), met als gevolg dat er een frissere wind over landen in de zomer waait. Hoe verder deze koele zeewind landinwaards gaat, hoe warmer die wordt. Dit komt omdat land dus sneller opwarmt dan zee. Met als gevolg dat de wind die boven land komt wordt opgewarmt. Bekijk de afbeelding maar is, en let extra op de kleur van de pijl.

Slide 32 - Tekstslide

Invloed van de zee in de winter:
Hoe verder van de 'warmere' zee, hoe kouder!
8
2
-5
Winter
In de winter is de situatie net omgedraaid. Omdat de zee in de zomer heeft kunnen opwarmen, is het water in de winter dus nog vrij warm. Met als gevolg dat de lucht die boven de zee hangt, wordt opgewarmd. Dit zorgt ervoor dat in de winter het niet erg koud kan zijn in Nederland (omdat de lucht dus warm is). Landinwaarts daarentegen, wordt de lucht weer afgekoeld, waardoor landen die verder van zee liggen een lagere temperatuur hebben dan landen die wel aan zee liggen. Bekijk de afbeelding maar is, en let extra op de kleur van de pijl.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Reliëf en de vorm van Europa
Hoogste gebergte van Europa;
- Mont Blanc (4808m hoog)
- Eeuwige sneeuw, gletsjers, ijsvlakten, bergtoppen

Europa is een werelddeel vol reliëf
(zie volgende slide)


Alpen

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Reliëf en de vorm van Europa
Europa is een schiereiland van Eurazië
- Veel inhammen 
- Kleine schiereilanden en echte eilanden

Slide 37 - Tekstslide

Reliëf en temperatuur
Reliëf en temperatuur
Bergen ligt op hoge breedte, maar nooit echt koud; golfstroom + aanlandige wind

Ten oosten van Bergen -> Lillehammer en Zweden
In de winter:
- gebergte houdt relatief warme aanlandige wind tegen
- ten oosten van Scandinavisch Hoogland veel kouder
- Noorse havens ijsvrij, Zweedse havens bevroren

In de zomer:
- gebergte houdt koele zeelucht tegen
- warmer in Zweden dan in Noorwegen
- gebergte werkt als klimaatscheiding
Scandinavisch Hoogland als voorbeeld

Slide 38 - Tekstslide

Reliëf en temperatuur
Reliëf en neerslag
Het klimaat: temperatuur + neerslag in een groot gebied over 30 jaar:
- gemiddelde weer
- reliëf veroorzaakt verschillen in neerslag
- In Bergen meer neerslag dan in Lillehammer

Scandinavisch Hoogland zorgt voor:
- stuwingsregens aan loefzijde
   -> Bergen, kust, windkant
- droogte aan de lijzijde / de regenschaduw
   -> Lillehammer, landinwaarts, niet-wind kant

Zonder bergen in kustgebied meer neerslag in het binnenland van Europa





Scandinavisch Hoogland als voorbeeld

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide