B3 Glucose als grondstof

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Thema Planten

B3 Glucose als grondstof

Quiz B2

b3 Glucose als grondstof

Leerdoelen:

• Je kunt de assimilatie bij planten beschrijven
  
• Je kunt de processen van de fotosynthese en de verbranding beschrijven.
  

Programma

Uitleg

Assimilatie

betekent: opbouw

Planten kunnen glucose ombouwen/opbouwen tot andere nuttige stoffen

Brandstoffen / Bouwstoffen / Reservestoffen

o.a. zetmeel (reservestof)

Verbranding

Dit is nodig:

Dit ontstaat:

Zetmeel aantonen in bladeren

Indicator	Jodium
Kleur aanwezig zetmeel	Blauw zwart
Kleur afwezig zetmeel	geen verandering

De vorming van energierijkestoffen door assimilatie

Voor de opbouw van welke voedingsstoffen gebruikt een plant nitraten?

1. eiwitten
2. koolhydraten
3. vetten
4. vitamines

Houtvaten

Bastvaten

Vervoer Water / mineralen

Vervoer energierijke stoffen

Fotosynthese

                   +                      -->                       +

Verbranding

                   +                      -->                       +

______________________________________________________

Koolstofdioxide

Koolstofdioxide

Zuurstof

Zuurstof

Water

Water

Glucose

Glucose

Wat is Assimilatie?

1. omzetten van glucose in koolstofdioxide
2. omzetten van glucose in water
3. omzetten van glucose in een andere organische stof
4. omzetten van glucose in warmte

In welke stoffen kan glucose worden omgezet bij assimilatie?

1. koolstofdioxide en water
2. eiwitten, koolhydraten, vetten
3. eiwitten en nitraat
4. vitamines en mineralen

Wel assimilatie

Geen assimilatie

vorming van eiwitten uit glucose

vorming van vetten uit glucose

verbranding van glucose

vorming van glucose door fotosynthese

Stoffen waaruit organismen zijn opgebouwd, zijn...

1. energierijke stoffen
2. energie arme stoffen
3. energierijke en energiearme stoffen

Water is een voorbeeld van een...

1. energierijke stof
2. energie arme stof

Voor fotosynthese heeft de plant alleen maar energie arme stoffen nodig

1. Waar
2. Niet waar

Een plant maakt met fotosynthese...

1. Zuurstof en water
2. Koolstofdioxide en water
3. Zuurstof en glucose
4. Koolstofdioxide en glucose

Voor verbranding heeft een mens water en glucose nodig

1. Waar
2. Niet waar, het is zuurstof en glucose
3. Niet waar, het is koolstofdioxide en glucose
4. Niet waar, het is water en zuurstof

Fotosynthese vindt alleen overdag plaats

1. Waar
2. Niet waar

Verbranding vindt alleen 's nachts plaats

1. Waar
2. Niet waar

Planten kunnen glucose omzetten in andere bruikbare stoffen

1. Waar
2. Niet waar

Glucose kan alleen worden omgezet in andere koolhydraten

1. Waar
2. Niet waar

Een plant gebruikt eiwitten vooral als...

1. brandstof
2. reservestof
3. bouwstof

Als je joodoplossing bij zetmeel druppelt dan...

1. Verandert er niks aan de kleur
2. Wordt de kleur rood
3. Wordt de kleur blauw
4. Wordt de kleur geel

Samenvatting

Uit glucose worden andere koolhydraten gevormd

• Zetmeel: tijdelijke opslag in de bladeren
• Suiker: wordt opgelost en water en vervoerd door de plant
• Cellulose: celwanden
• Vetten: Zaden
• Eiwitten: daarvoor is nitraat nodig (uit de bodem), zit in zaden en cytoplasma
  

Huiswerk 

Opdracht 1 t/m 7