om homeostase te handhaven heeft het lichaam een flink aantal 'meetpunten'
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
15.5
om homeostase te handhaven heeft het lichaam een flink aantal 'meetpunten'
Slide 1 - Tekstslide
Video voor uitleg
mocht je het nog eens willen horen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Dus bij uitrekken stuurt een spierspoeltje meer / minder impulsen door naar het czs, deze zorgt er (meestal) voor dat de spier samentrekt / ontspant.
A
meer; ontspant
B
minder; ontspant
C
meer; samentrekt
D
minder; samentrekt
Slide 11 - Quizvraag
Bij de kniepeesreflex mag de hamstring (onderbeenspier) niet samentrekken, en de quadriceps (bovenbeenspier) juist wel. Welke structuur in je lichaam regelt dit?
A
schakelcellen in ruggenmerg met inhiberende neurotransmitter
B
schakelcellen in ruggenmerg met exciterende neurotransmitter
C
schakelcellen in de kleine hersenen
D
schakelcellen in het motorisch centrum in de grote hersenen
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Romario Tewari (sterkste man competitie) scheurde zijn spier bij het optillen van een tractorband. Welke sensorische neuronen stuurden meer impulsen door dan normaal, vlak voor de scheuring gebeurde?
A
de peeslichaampjes van de biceps
B
de spierspoeltjes van de biceps
C
de peeslichaampjes en de spierspoeltjes van de biceps
D
geen van beide, ze sturen juist minder impulsen
Slide 16 - Quizvraag
Patiënten Vier patiënten met uitsluitend een afwijking in het zenuwstelsel vertonen de volgende ziektebeelden: – Patiënt 1: de pupil verandert niet van grootte bij toename van de hoeveelheid van invallend licht. – Patiënt 2: de kniepeesreflex kan niet plaatsvinden. – Patiënt 3: er is een spraakstoornis. – Patiënt 4: er is een stoornis in de regulatie van de rustige ademhalingsbewegingen.
Bij welke patiënt is waarschijnlijk sprake van een storing in een motorisch centrum van de hersenschors?
A
Bij patiënt 1.
B
Bij patiënt 2.
C
Bij patiënt 3.
D
Bij patiënt 4.
Slide 17 - Quizvraag
Het volgende filmpje
is er één in de categorie: 'do try this at home'
Echt. Is heel grappig ;-)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Na alles wat je geleerd heb over proprioceptie, spierspoeltjes en hersenen zou je dit moeten kunnen verklaren. Probeer het eens!