- inhoud: toets gemist / langere tijd ziek / prangende vragen over toetsstof (wanneer jullie geen les meer hebben voor een toetsmoment) / etc. -> alleen dringende zaken dus
- afsluiting: groeten/groetjes/met vriendelijke groet NAAM KLAS
Slide 6 - Tekstslide
De present simple
Hoe ging dat ook alweer?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Toekomst
Slide 8 - Quizvraag
Present simple:
Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they)
hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed
Slide 9 - Quizvraag
Present simple
De present simple geeft aan dat een werkwoord in de tegenwoordige tijd staat. Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit, of regelmatig gebeurt.
You dance (bij I , you, we, they -> hele ww)
He dances (bij he, she, it -> hele ww + s)
Slide 10 - Tekstslide
Maar hoe zit het dan met de....
Slide 11 - Tekstslide
Present continuous
present = tegenwoordige tijd
continuous = constant/doorgaand
"I amteaching"
Slide 12 - Tekstslide
Present continuous
Je gebruikt de present continuous wanneer je wil aangeven dat iets op dit moment gebeurt.
She is working on her speech at the moment.
They are playing with each other.
Slide 13 - Tekstslide
Present continuous
Je vormt de present continuous op de volgende manier:
vorm van to be (am/are/is) + werkwoord + -ing
Slide 14 - Tekstslide
Bedenk nu zelf twee zinnen waarin je een present continuous gebruikt
Slide 15 - Open vraag
Wat is de present continuous?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd (het vindt nu plaats)
C
Toekomst
D
Tegenwoordige tijd die regelmatigheid aangeeft
Slide 16 - Quizvraag
Present continuous:
Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is
C
Iets dat is gebeurd in het verleden
Slide 17 - Quizvraag
Present continuous:
Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) +
hele ww+ -ing
D
ww + ing
Slide 18 - Quizvraag
Present continuous: vragend
Hoe maak je de present continuous vragend?
' is/am/are' + onderwerp + hele werkwoord + - ing
Am I talking too fast?
Is he talking too fast?
Are we talking too fast?
Slide 19 - Tekstslide
Present continuous: ontkennend
Subject +
Form of to be +
Not
Verb + ing
I
Am/’m
not
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
not
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
not
Watching
TV.
Slide 20 - Tekstslide
Welke bewering hoort bij welke tijd?
Present simple
Present continuous
Een vraag maken doe je met dezelfde ww als een normale zin.
Bij een ontkenning komt er alleen not bij de vormen te staan.
Wil je een vraag maken? Dan heb je een extra ww nodig.