2basis oefentoets Bewegen

De kreukelzone zit in het dak van de auto.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 46
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De kreukelzone zit in het dak van de auto.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Alleen voor in de auto zijn autogordels verplicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Een lift in een flatgebouw beweegt met constante snelheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Lange remweg
Kortere remweg

Alleen op de fiets
De weg is glad 
Je hebt nieuwe remmen 
Versleten banden

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe groter de afstand is die je aflegt in een minuut, hoe groter je snelheid is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De snelheid van je scooter kun je aflezen op de kilometerteller.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Bij een beweging met constante snelheid wordt de snelheid groter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Een goede valhelm heeft een zachte buitenkant.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

In het verkeer is de remweg
WEL / NIET altijd even lang.
A
wel
B
niet

Slide 9 - Quizvraag

Een lopende band is een goed voorbeeld van apparaat dat met constante snelheid beweegt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Bij een botsing wordt de airbag heel snel vol geblazen met een gas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Helaas, er wordt niet op tijd geremd voor een hert. Dit resulteert in een botsing! (geen zorgen, hij leeft nog)

Wat kan je zeggen over de stopafstand?
A
De stopafstand is korter dan de afstand tot het hert
B
De stopafstand is langer dan de afstand tot het hart

Slide 12 - Quizvraag

Het gebruik van medicijnen heeft invloed op de remweg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

stopafstand = reactie-afstand – remweg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De reactie-afstand is de afstand die je aflegt in de reactie-tijd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Het duurt altijd even voordat je remt. Die tijd is de reactietijd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een belangrijke bescherming op de scooter is de hoofdsteun.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Bij een versnelde beweging wordt de afstand die je per seconde aflegt steeds kleiner.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Als het sneeuwt, heb je een langere remweg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Hoe is de snelheid van de beweging?
Snel
Langzaam

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe noem je een beweging waarbij de snelheid steeds groter wordt?
A
Versnelde beweging
B
Constante beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je een beweging waarbij de snelheid hetzelfde blijft?
A
Versnelde beweging
B
Constante beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je een beweging waarbij je remt voor iemand die oversteekt
A
Versnelde beweging
B
Constante beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 23 - Quizvraag

wat voor soort beweging voert de bal uit?
Wat voor soort beweging voert de bal uit?
A
een constante beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen

Slide 24 - Quizvraag

beïnvloed remweg
beïnvloed reactie-afstand
slechte banden
slecht zicht
alcohol
nat wegdek

Slide 25 - Sleepvraag

Wat voor beweging is te zien in de afbeelding?
A
Versnelde beweging
B
Eenparige beweging
C
Vertraagde beweging
D
Geen beweging

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de beweging van een optrekkende auto?
A
voortstuwend
B
constant
C
versneld
D
hard

Slide 27 - Quizvraag

Wat voor beweging is dit?
A
een constante beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor beweging is dit?
A
een constante beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 29 - Quizvraag

Wat voor beweging is dit?
A
een constante beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de remweg in het verkeer?
A
de afstand die je hebt afgelegd voordat je remt
B
de afstand die je nodig hebt om te remmen tot je stilstaat
C
de weg waarop je remspoor te zien is
D
het remspoor dat je achterlaat

Slide 31 - Quizvraag

Hoe groot is de gemiddelde reactietijd in het verkeer?
A
0,1 seconde
B
1 seconde
C
10 seconden
D
11 seconden

Slide 32 - Quizvraag

Welke bewering over de reactietijd is goed?
A
Als je drugs of alcohol hebt gebruikt, is je reactietijd langer
B
Als je goed op het verkeer let, is je reactietijd langer
C
Als je vermoeid bent, is je reactie-tijd korter dan wanneer je fit bent
D
Als je ouder bent, is je reactietijd korter dan wanneer je jonger bent

Slide 33 - Quizvraag

Een kreukelzone is veilig bij een botsing want die...
A
verlengt de remweg
B
vergroot de versnelling
C
zorgt voor een kleinere botsafstand
D
verdeelt de kracht over de airbag

Slide 34 - Quizvraag

Voorbeelden van veiligheidsmiddelen zijn: helm, airbag, kreukelzone, gordels en hoofdsteun
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 35 - Quizvraag

WAAR of NIET WAAR
De airbag is een luchtzak vol met vloeistof
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 36 - Quizvraag

Wat beïnvloed de remweg van een auto?
A
Alcohol/drugs gebruiken
B
Afleiding door je telefoon
C
Glad wegdek door regen
D
Leeftijd

Slide 37 - Quizvraag

Welke heeft een langere remweg?
A
Auto links
B
Auto rechts

Slide 38 - Quizvraag

Het gebruik van medicijnen heeft invloed op de remweg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Met gladde banden wordt je remweg...
A
Korter!
B
Langer!

Slide 40 - Quizvraag

Dit wordt een frontale botsing. Wat betekent dat?
A
Dat de auto vanaf de zijkant wordt aangereden
B
Dat de auto van achteren wordt aangereden
C
Dat de auto van voren wordt aangereden
D
Dat de auto van bovenaf wordt aangereden

Slide 41 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je bij een frontale botsing geen gordel om hebt?
A
Je schiet naar voren
B
Je schiet naar achteren
C
Je schuift opzij

Slide 42 - Quizvraag

Sleep de letters naar het juiste bijbehorende woord
Reactieafstand
Stopafstand
Remweg
A
B
C

Slide 43 - Sleepvraag

Goede remmen
De weg is glad door ijzel
Je zit alleen op de fiets
Je hebt gladde banden
Lange remweg
Korte remweg

Slide 44 - Sleepvraag

langere remweg
langere reactietijd
ijs op de weg
versleten banden
een volle vrachtwagen
lachgas gebruiken
appen tijdens het fietsen
85 jaar oud zijn

Slide 45 - Sleepvraag

Slide 46 - Tekstslide