2.4 Roma aeterna, Rome 4ever deel 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

§2.4 Roma aeterna, 4ever Rome

Deel 1

leerdoelen

- Je kunt het verschil tussen polytheïsme en monotheïsme uitleggen en kunt hierbij voorbeelden noemen.

- Je kunt de leer van het christendom in hoofdlijnen beschrijven.

- Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in het Romeinse Rijk kon verspreiden.

Welke uitspraak past bij het geloof van de Romeinen?

1. Ze geloofden dat er maar één god bestaat.
2. Ze geloofden dat er heel veel goden zijn.
3. Ze geloven niet dat er goden bestaan.

Romeinse goden

polytheïsme = het geloof in meerdere goden

Jodendom

monotheïsme = het geloven in één God.

Thora = heilig boek van de joden

Geloven dat er een verlosser komt.

Christenen

- Jezus Christus is de verlosser.

- Bijbel = heilig boek van de christenen

Christendom verboden

- populair bij vrouwen, slaven en armen

- Lang vervolgd

- 313 Keizer Constantijn staat het christendom toe.

- 394 Keizer Theodosius stelt het christendom verplicht

Wat is de overeenkomst tussen het jodendom en het christendom?

1. Ze hebben hetzelfde heilige boek.
2. Ze geloven beide in Jezus Christus.
3. Ze geloven beiden dat er maar één god is.
4. Ze bidden beide in een kerk.

Bij wie was het vroege christendom populair?

1. Iedereen.
2. Vrouwen, slaven en armen.
3. Soldaten en keizers.
4. Rijke mannen en Grieken.

maken

§2.4

opdracht 1 t/m 7