Tour 3 - salle d'attente

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quelles informations pouvons-nous tirer de ce document ?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emilie

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Julien

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Marie

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra informatie grammatica indien nodig

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. L'article défini = bepaald lidwoord
  • La personne est en face de moi. 

  • C'est Paul et le chien.

  • Les enfants vont à l'école. 

=DE of HET in het Nederlands

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. L'article indéfini= onbepaald lidw
  • J'ai un vélo rouge.

  • Il me donne une rose. 

  • Je mange des fruits.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Masculin ou féminin?
Je weet niet altijd of een woord mannelijk of vrouwelijk is!
MANNELIJK
VROUWELIJK
mannelijke woorden  
eindigen op:

 -ment, -al, -eur, -on

un règlement, un journal, un vendeur, un ballon


vrouwelijke woorden eindigen op:

- té, -sion, -euse, -ette,
- ion

la beauté, la décision, la vedette, la caution

Slide 21 - Tekstslide

Als je vragen hebt, mag je mij altijd een berichtje sturen! 
L'article contracté = het samengetrokken lidwoord

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. L'article contracté = samengetrokken lidwoord

Bij de voorzetsels 'à' en 'de' :


à + le = au
de + le = du
à + la = à la
de + la = de la
à + les = aux
de + les= des

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'article partitif= het delend lidwoord
Regarde la vidéo:

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

5. L'article partitif= delend lidwoord
Je weet NIET hoeveel:




  • Je mange du pain (Ik eet brood)
  • J'achète de la nourriture (Ik koop eten)
  • Je bois de l'eau (Ik drink water)
WE VERTALEN DIT NIET IN HET NEDERLANDS!!
masculin
féminin
voyelle
singulier
du
de la
de l'
pluriel
des
des
des

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. L'article partitif= delend lidwoord
Je hebt te maken met een hoeveelheidswoord:




  • Il boit assez d'eau (Hij drinkt genoeg water)
  • J'achète beaucoup de fruits (Ik koop veel fruit)
  • Je mange un peu de salade (Ik eet een beetje sla)

masculin/ féminin/ pluriel
voyelle
singulier
de
d'
pluriel
de
d'

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. L'article partitif= delend lidwoord
Na een ONTKENNING veranderen onbepaalde (un,une of des) en delende lidwoorden (du, de la, de l' en des) in 
DE of D'

Je ne mange pas de viande (Ik eet geen vlees)
  • Moi, je ne mange plus d'asperges.  (Ik eet geen asperges  meer)
  • Behalve na être: Ce n'est pas de la viande. (Dat is geen vlees)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Altijd le, la, l' of les 
Na de werkwoorden aimer, préférer, détester, adorer, supporter en haïr
gebruik je ALTIJD een bepaald lidwoord, óók na een ontkenning.

J'adore le chocolat (Ik ben dol op chocolade).
Fleur n'aime pas le vin. (Fleur houdt niet van wijn). 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor het Article partitif heb je in het Nederlands
A
WEL een vertaling
B
GEEN vertaling

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Remplis le bon article.
Il a toujours beaucoup _________ clients anglais.
A
de
B
d'
C
des
D
de la

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

On utilise quel article pour:
céréales, pluriel
A
de la
B
des
C
du
D
de l'

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in van het article contracté.

Tu vas ..... concert (m) de Maître Gims?
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quel est le bon article?
___ école
A
le
B
les
C
une
D
la

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in van het article contracté.
C'est le cadeau ..... ami (m) de David.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm in van het article contracté.

J'ai vu Vincent ... école (v).
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies