H2.5 Klimaatbeleid

4 MAVO
Hoofdstuk 2
Het weer en het klimaat
Paragraaf 5
Klimaatbeleid
---

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

4 MAVO
Hoofdstuk 2
Het weer en het klimaat
Paragraaf 5
Klimaatbeleid
---

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik
Examenvraag
Start: Laatste hoofdstuk: Weer en klimaat in de V.S.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kunt het verschil uitleggen tussen het natuurlijk- en versterkte broeikaseffect.
  2. Je kunt 3 gevolgen benoemen van het versterkt broeikaseffect.
  3. Je kunt 3 broeikasgassen benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Nederland
  • Zomer + 2 tot 3 graden 
  • Winter + 2 tot 4 graden 
  • In de winter natter
  • Hoosbuien (hoge neerslagintensiteit!) in de zomer, maar ook perioden van (lange) droogte
    .
  • Zomers met extremere temperaturen (meer hittegolven).

Slide 4 - Tekstslide

Spanje
  • Zomer gemiddeld 2 tot meer dan 6 graden warmer.
  • Winter gemiddeld 2 tot 3,5 graden warmer.
  • langere droge perioden + meer verdamping -> waterproblemen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Examenvraag

Slide 7 - Tekstslide

Examenvraag

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 
  •  Je kunt beschrijven waarom en hoe landen wereldwijd afspraken maken om klimaatverandering te voorkomen en een voorbeeld van zo'n afspraak geven.
  • Je kunt beschrijven hoe landen duurzamer willen handelen om klimaatverandering te voorkomen, en je kunt voorbeelden noemen die te maken hebben met energie, consumeren, produceren en afval. 
  • Je kunt beschrijven hoe Spanje en Nederland zich aanpassen aan de klimaatverandering, vooral aan de verhoging van de gemiddelde temperatuur, verandering in het neerslagpatroon, hoosbuien, piekafvoeren, verdroging en verzilting. 

Slide 9 - Tekstslide

Afspraken klimaatverandering 
  • In 1992 werd in Rio de Janeiro onder de VN het eerste verdrag ondertekend, om uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Niet veel landen ondertekende, in de loop van de tijd gingen wel steeds meer landen hier aan mee doen. 
  • Wat zijn broeikasgassen ook alweer?
  • Methaan, CO2 en waterdamp
  • In 2015 is pas echt een groot klimaatakkoord ondertekent met 195 landen. Hierin staat de aarde maximaal 1,5 graden mag opwarmen. 
  • Er staan in dit verdrag maatregelen om opnieuw vooral uitstoot van koolstofdioxide te beperken. 
  • De afspraken die zijn gemaakt in Rio de Janeiro en Parijs zijn voorbeelden van klimaatafspraken. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe noemen we de overstap van niet-duurzame energie naar duurzame energie? 
  • Dit noemen we de energietransitie.
  • Omdat voornamelijk het opwekken van niet-duurzame energie zorgt voor voor co2 uitstoot zijn landen druk bezig met de energietransitie.
  • Hoe voert Nederland de energietransitie uit?
  • Windmolenparken bouwen op het IJsselmeer en Noordzee.
  • Men heeft plannen om kerncentrales te maken (ook al is dit niet helemaal duurzaam) 

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn andere manieren om duurzaam bezig te zijn: 
  • Producten en afval recyclen (statiegeld op blikjes bv).
  • Producten repareren in plaats van vervangen.
  • Energiezuinige apparaten kopen.
  • Duurzaam produceren door producten van gerecycled materiaal te maken. 

Slide 12 - Tekstslide

Klimaat verandering is al aan de gang. Dit zorgt ervoor dat we hier al last van hebben en dit zorgt voor problemen waar we al mee bezig zijn om ze op te lossen.
  • Probleem: 
  • In Nederland hebben we al last van meer neerslag. Dit zorgt voor een hogere piekafvoer. Piekafvoer is de hoogste afvoerhoeveelheid bij veel neerslag. 
  • Oplossing:
  • Nederland geeft rivieren meer ruimte, door kribben te verlagen en uiterwaarden te verlagen. Ook wordt er bebouwing weggehaald, zodat de rivier meer ruimte krijgt. Daarnaast verhogen en verbreedden we dijken, maken we kades hoger en stranden en duinen breder door zand op te spuiten.  
  • Probleem:
  • In Spanje lopen ze tegen het probleem aan dat er juist te weinig water valt en vooral in de zomer tekort aan water en landbouw lastig wordt. 
  • Oplossing: 
  • Ze willen doen aan druppelirrigatie 
  • Ze makken van zout water zoet water. Een nadeel daarvan is wel dat dit veel energie kost. Je kan namelijk alleen van zout water zoet water maken door het water te verdampen en daarna te condenseren. 

Krib
Zorgt voor sneller afvoerwater en dus hoger piekafvoer

Uiterwaarden

Slide 13 - Tekstslide

Klimaat verandering is al aan de gang. Problemen en oplossingen?
  • Probleem (vervolg):
  • In Spanje: weinig neerslag en vooral in de zomer tekort aan water. Lastig voor landbouw.
  • Oplossing: 
  • Aanleggen van waterreservoirs: stuwdammen zorgen voor water in droge perioden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zelfstandig werken

Maak opgave 2abdf, 4a t/m 4c, 5ab en 6 

Ben je klaar?

Slide 16 - Tekstslide