Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer het is gebeurd.
Signaalwoorden: last night, in 1993, when I was young, three years ago, yesterday, etc.
Conjugations:
Regular = (+) verb + -ed (-) didn't + verb (?) Did + verb
Irregular = (+) own form (-) didn't + verb (?) Did + verb