Hoe interpreteer jij "Du coors die doot, du liets mi tleven."
Slide 4 - Woordweb
Leg de betekenis uit van de beeldspraak (blz. 376) in:
a) "Nu bestu in den troon verheven" b) "Ic moet noch zingen een liedekijn."
Ik moet nog mijn liedje uitzingen - mijn leven voortzetten.
Jij bent nu in de hemel bij God.
Slide 5 - Open vraag
Over welke onderdelen van het basisplan voor poëzieanalyse kan je iets zeggen? (HB blz. 372-378)
A
Stijlfiguren
B
strofebouw
C
rijm
D
klank
Slide 6 - Quizvraag
Welke stijlfiguur is het eerste vers? "Egidius waer bestu bleven"
Slide 7 - Open vraag
Welke stijlfiguren (blz. 377-378) zijn er nog uit het gedicht te halen?
A
woordspeling
B
prolepsis
C
tegenstelling
D
climax
Slide 8 - Quizvraag
3tegenstellingen
V.2: mi lanct na di (mi ><di)
V.3: doot >< leven
Strofe 2 (het geluk van Egidius. De vreugde in het hemelrijk) >< Strofe 4 (het ongeluk van de achtergebleven dichter die verweven zit in het kwaad van deze wereld)
Slide 9 - Tekstslide
Wat valt op aan:
a) strofebouw? b) rijmklanken?
Slide 10 - Open vraag
+ erg veel gerekte klinkers bv. "coors die doot" > lament
> Klaaglied / elegie
+
> rondeel
kort
strofevorm gebouwd op 2 rijmklanken
3 x zelfde versregel(s)
Slide 11 - Tekstslide
memento mori
literair-historisch motief
cf. Padlet, maar misschien eerst toch een vrolijker noot...
Slide 12 - Tekstslide
Thuis
Slide 13 - Woordweb
Ga nu naar de Padlet in CNB en lees meer over de achtergrond bij het Egidiuslied.