Bestuiving, bevruchting en zaden

Bestuiving, bevruchting en zaden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bestuiving, bevruchting en zaden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het eind kan je het verschil tussen bestuiving en bevruchting benoemen. 
- Aan het eind van de les kan je vertellen hoe zaden ontstaan en hoe ze worden verspreid.

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de juiste onderdelen naar het juiste nummer
2
3
10
4
5
6
11
7
Meeldraad
Stempel
Stijl
Helmdraad
Stamper
Helmknop
Zaadbeginsel
Vruchtbeginsel

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Video

Bestuiving
  • Bestuiving is het overbrengen van stuifmeelkorrels                                                                                      van de meeldraden van de ene bloem naar de stempel van een                                                          andere bloem.
  • Planten moeten van dezelfde soort zijn voor bestuiving.
  • manieren van bestuiving:
- Bestuiving door insecten
- Bestuiving door wind


Slide 5 - Tekstslide


Kenmerken en verschillen bloemen

Slide 6 - Tekstslide

Vormen van bestuiving
  • Kruisbestuiving = stuifmeel gaat van de ene bloem naar een andere 
bloem van dezelfde soort

  • Zelfbestuiving = stuifmeel komt op een 
bloem van dezelfde plant terecht

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf bij elk nummertje welke
vorm van bestuiving het is.
Kies uit: zelfbestuiving, kruisbestuiving
of geen bestuiving.

Slide 8 - Open vraag

bevruchting
  • Geslachtscellen voor nodig
- Mannelijke geslachtscel: stuifmeel
- Vrouwelijke geslachtscel: eicellen
  • Stuifmeel vormt stuifmeelbuis
door steel naar zaadbeginsel
  • bevruchting als:
- Stuifmeel samensmelt met eicel
  • Aantal zaden wordt bepaald door 
aantal bevruchte zaadbeginsels

Slide 9 - Tekstslide

Zaden
- Zaadplanten ontwikkelen na de bevruchting vanuit het  zaadbeginsel zaden, hieruit kan een nieuw plantje groeien.
- Zaden kunnen in vruchten zitten. vruchten ontwikkelen vanuit vruchtbeginsel. Zaden kunnen ook loszitten.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

verspreiding van zaden
- Wind


- Dieren


- Water

- Plant doet het zelf

Slide 12 - Tekstslide

Drie leerlingen geven elk een omschrijving van bestuiving bij een kamperfoelie.
Lisa: Een vlinder bezoekt een kamperfoelie-bloem om nectar op te zuigen, waarbij zaden aan het behaarde lijf van de vlinder blijven plakken.'

Michel: Een vlinder met kamperfoelie-stuifmeel aan zijn lijf bezoekt een kamperfoeliebloem; het stuifmeel blijft aan de stempel van de bloem kleven.

Noor: In de kamperfoelie-bloem versmelt een stuifmeelkorrel met een eicel.
Wie geeft een juiste omschrijving van bestuiving?
A
Lisa
B
Michel
C
Noor

Slide 13 - Quizvraag

Waar vind de bestuiving plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Waarin een bloem worden eicellen gevormd?

A
Stempels
B
Helmknop
C
Helmdraad
D
Vruchtbeginsel

Slide 15 - Quizvraag

Welk kenmerk hoort niet bij insectenbloemen?

A
Plakkerig stuifmeel
B
Stempel en meeldraden buiten de bloem
C
Geuren sterk
D
Heel veel stuifmeel

Slide 16 - Quizvraag

Stuifmeel is een oorzaak van hooikoorts. Meestal gaat het daarbij om stuifmeelkorrels die door de wind worden verspreid.

Is een stuifmeelkorrel een mannelijke of een vrouwelijke voortplantingscel?
En wordt een stuifmeelkorrel gemaakt in een stamper of in een meeldraad?
Een stuifmeelkorrel is:
A
Een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
B
Een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
C
Een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
D
Een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.

Slide 17 - Quizvraag

Welke bloemen van de
brandnetel kunnen zich tot
vruchtjes ontwikkelen?

A
De mannelijke
B
De vrouwelijke
C
De mannelijke en de vrouwelijke

Slide 18 - Quizvraag

Een stuifmeelkorrel komt terecht op een stamper van een waterlelie. Daarna vinden de volgende gebeurtenissen plaats.
1 De stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis door de stijl.
2 Een zaadbeginsel groeit uit tot zaad.
3 Twee kernen versmelten met elkaar.
Wat is de juiste volgorde van deze gebeurtenissen?
A
1-2-3
B
3-2-1
C
2-3-1
D
1-3-2

Slide 19 - Quizvraag

als je 5 stampers hebt met elk 6
zaadbeginsels en er komen op elke
plant 3 stuifmeelkorrels. Hoeveel
zaden ontstaan er dan?
A
5
B
30
C
3
D
15

Slide 20 - Quizvraag

Leerdoelen
- Aan het eind kan je het verschil tussen bestuiving en bevruchting benoemen. 
- Aan het eind van de les kan je vertellen hoe zaden ontstaan en hoe ze worden verspreid.

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
- Verder aan het de opdrachten op het werkblad

Slide 22 - Tekstslide