hst 5 paragraaf 4 "oog en bril"

hst 5.4 "oog en bril"
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hst 5.4 "oog en bril"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van het oog benoemen.
  • Je kunt de functie van de onderdelen in het oog uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat accommoderen van de ooglens is.
  • Je kunt uitleggen welke lens bijziendheid kan corrigeren.
  • Je kunt uitleggen welke lens verziendheid kan corrigeren.
  • Je kunt de sterkte van brillenglazen berekenen als je de brandpuntsafstand weet

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
filmpje
uitleg
filmpje wat is bijziendheid
verziend
quizvragen

Slide 3 - Tekstslide

paragraaf 4

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De belangrijkste onderdelen van het oog

Slide 6 - Tekstslide

Het beeld komt ondersteboven op het netvlies.

Slide 7 - Tekstslide

  • Pupil is de opening in de iris (de gekleurde gedeelte van de oog)
  • Veel licht - pupil klein
  • Weinig licht - pupil groot

Slide 8 - Tekstslide

accommoderen

Accommoderen : het aanpassen van de sterkte van de ooglens om dingen scherp te kunnen zien, door de  lens platter of boller te maken

Als een voorwerp dichterbij komt wordt de lens boller.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe dichterbij het voorwerp, hoe boller de lens.

Slide 10 - Tekstslide

Bijziend
  •  De ooglens is te sterk of oogkas te lang.
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien. DichtBIJ kun je goed ZIEN.
  • Je hebt een negatieve lens nodig

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verziend
  • De ooglens is te zwak of oogkas te kort.
  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

1
2
3
Brandpuntsafstand (f) 

Slide 16 - Tekstslide

dioptrie
S=1/f
S        de lenssterkte in dioptrie
f      de brandpuntsafstand in meter

Hoe sterker de lens hoe kleiner de brandpuntsafstand

Slide 17 - Tekstslide

b Een lens heeft een sterkte van -1,5 dpt. Bereken de brandpuntsafstand van deze lens.

Slide 18 - Tekstslide

Belang van het lesdoel
Begrijpen wat er aan de hand is als iemand iets niet kan lezen
en waar de opticien het over heeft.

Hoger cijfer bij je toets  want de lesdoelen zijn het belangrijkste.

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van het oog benoemen.
  • Je kunt de functie van de onderdelen in het oog uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat accommoderen van de ooglens is.
  • Je kunt uitleggen welke lens bijziendheid kan corrigeren.
  • Je kunt uitleggen welke lens verziendheid kan corrigeren.
  • Je kunt de sterkte van brillenglazen berekenen als je de brandpuntsafstand weet

Slide 20 - Tekstslide

Waarop valt het licht om een beeld te vormen in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Netvlies
D
Hersenen

Slide 21 - Quizvraag

Bij veel licht is de pupil
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?
A
Revalideren
B
Accommoderen
C
Adapteren
D
Corrigeren

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het probleem als je bijziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak

Slide 24 - Quizvraag

Welke lens heb je nodig als je bijziend bent ?
A
negatief
B
positief

Slide 25 - Quizvraag