7.3: Bloemen, vruchten en zaden: bestuiving

bestuiving
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

bestuiving

Slide 1 - Tekstslide

bestuiving

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
korte herhaling vorige les(sen)
nakijken opdrachten
nieuwe theorie: 7.3 Bestuiving
zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

7.1 Bloemen
In de bloem zitten de voortplantingsorganen:
- meeldraden (mannelijk)
- stamper (vrouwelijk)

Slide 6 - Tekstslide

7.2 Functies van bloemdelen
kelkbladeren:
- meestal groen
- functie: beschermen de rest van de bloem als de bloem nog in de knop zit
- vallen soms af als de bloem opengaat

Slide 7 - Tekstslide

7.2 Functies van bloemdelen
kroonbladeren:
- vaak groot
-vaak opvallend gekleurd
- functie: aantrekken (lokken) van insecten
- bij sommige planten zoals grassen zijn ze groen

Slide 8 - Tekstslide

7.2 Functies van bloemdelen
meeldraden:
- aantal meeldraden verschilt per bloemsoort
- bevat helmhokjes met stuifmeel(korrels)
- stuifmeelkorrels zijn mannelijke geslachtscellen: elke korrel heeft een kern


Slide 9 - Tekstslide

7.2 Functies van bloemdelen
stamper:
- meestal 1 stamper per bloem
- een stamper heeft meestal 1 stijl en 1 stempel
- de stamper bevat een vruchtbeginsel met 1 of meer zaadbeginsels
- de eicellen in de zaadbeginsels zijn de vrouwelijke geslachtscellen van een plant: elke eicel heeft 1 kern

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

7.2 Functies van bloemdelen
Veel bloemen maken nectar. Dit is een zoet sap.
Nectar trekt insecten aan.
Bijen verzamelen nectar en maken er honing van.

Honing is voedsel voor kleine bijenlarven.
Een imker houdt bijen voor de honing die wij eten.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

7.3 Bestuiving
bestuiving =  het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad naar een stamper van een bloem

Bij bloemen van dezelfde plantensoort!

Slide 15 - Tekstslide

7.3 Bestuiving
Verschillende soorten bestuiving:
- insectenbestuiving (insectenbloemen)
- windbestuiving (windbloemen)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

7.3 Bestuiving
insectenbloemen:
- bestuiving door insecten
- grote, opvallend gekleurde kroonbladeren om insecten aan te trekken
- nectar om insecten aan te trekken
- stuifmeelkorrels blijven aan het insect vastplakken als deze naar nectar zoekt
- voorbeeld: fruitbomen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

7.3 Bestuiving
windbloemen:
- bestuiving door de wind
- klein en onopvallend gekleurd
- kroonbladeren meestal groen
- stuifmeelkorrels zijn licht en blijven zweven in de lucht
- kans op bestuiving is kleiner dan bij insectenbloemen, dus de bloemen maken zeer veel stuifmeelkorrels
- voorbeeld: grassoorten


Slide 20 - Tekstslide

7.3 Bestuiving
stuifmeelkorrels worden ook wel pollen genoemd

Mensen met hooikoorts hebben vooral last van stuifmeelkorrels van windbloemen: loopneus, verstopte neus en tranende ogen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 24 - Tekstslide

 huiswerk 10 juni:
opdracht 8, 10, 11 en 12 maken
Aga, Alwin, Colin, Daan, Erin, Julian, Kayley, Lotte, Maud, Sara en Tom top
De rest blijft na om ook paragraaf 7.1  af te maken

Slide 25 - Tekstslide